Je lichaam, zorgtaken.

Zorgtaken
Zorgtaken, wat zijn dat?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Zorgtaken
Zorgtaken, wat zijn dat?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Lesdoelen bespreken
Theorie behandelen
Vragen
Opdracht: zorgtaak 
Daarna: voorbereiden presentatie Mondverzorging

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

*Je weet wat zorgtaken zijn
*Je kan een aantal zorgtaken benoemen
*Je weet wat er nodig is om een zorgtaak uit te kunnen voeren

Slide 3 - Tekstslide

Theorie
Zorgen betekent: goed opletten dat mensen, dieren en planten krijgen wat ze nodig hebben om te leven.
Binnen het 'zorgen' heb je verschillende taken. We noemen dat zorgtaken.
Om die zorgtaken uit te kunnen voeren heb je verschillende dingen nodig:
- Kennis (leren)
- Vaardigheden (oefenen)
- Spullen 
- Geld
- Tijd
- Werkkracht

Voorbeeld:
Kees gaat soep maken. Hij moet het op een goede manier kunnen. Daarvoor moet hij leren en oefenen. Hij heeft hiervoor spullen nodig. Bijvoorbeeld een fornuis en pannen. En ook levensmiddelen zoals groenten. Kees heeft ook geld nodig om alles te kopen. Hij heeft ook tijd nodig om alles te doen. En hij moet er van alles voor doen. Kees moet dus werken.

Slide 4 - Tekstslide

Zorgtaken
De 4 belangrijke stappen om een zorgtaak uit te voeren:
Stap 1: wat moet je doen? 

Stap 2: Wat moet je voorbereiden? (Uitzoeken wat je allemaal nodig hebt.)

Stap 3: Aan de slag! (Je voert de opdracht uit.)

Stap 4: Hoe ging het? (Kijken wat goed is gegaan en wat misschien volgende keer beter kan.)

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende zorgtaken

- Boodschappen halen
- Kamer schoonmaken
- Afwassen
- Lunchpakket maken
- Maaltijd bereiden
- Uitzoeken op welke sport je wil
- Huisdier naar de dierenarts brengen
- Een cake bakken
- Een hond uitlaten
- Een cavia verzorgen
- De was doen

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent 'zorgen'?
A
Iemand verplegen in het ziekenhuis.
B
Goed opletten dat mensen dieren en planten krijgen wat ze nodig hebben om te leven
C
Goed opletten dat mensen niet verhongeren.
D
Zorgen voor een ouder iemand in het bejaardentehuis.

Slide 7 - Quizvraag

Wat heb je nodig om een zorgtaak uit te voeren?
(bijvoorbeeld een cavia verzorgen)

A
Je moet spullen hebben.
B
Je moet het kunnen, eten en drinken hebben.
C
Je moet het kunnen, spullen, geld en tijd hebben en ervoor werken.
D
Niks, het gaat vanzelf.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen zorgtaak?
A
Planten water geven
B
De was sorteren
C
Gamen
D
De hond uitlaten

Slide 9 - Quizvraag

Zet de verschillende stappen in de juiste volgorde.
  Wat moet je doen?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
 Wat moet je voorbereiden?
 Aan de slag!
 Hoe ging het?

Slide 10 - Sleepvraag

(Huiswerk) Opdracht
Individueel
- Je kiest een zorgtaak..
- Als voorbereiding werk je deze zorgtaak uit met behulp van de stap 1 t/m 4.
Bespreek dit met je docent en we bespreken het klassikaal.
Tijd: 1 lesuur..
Je voert de opdracht deze week thuis uit en maakt hier een filmpje of foto's van. 
Dit filmpje of de foto's + de voorbereiding deel je met je docent. Dit wordt beoordeeld voor een cijfer.

De 4 belangrijke stappen om een zorgtaak uit te voeren:
Stap 1: wat moet je doen? 
Stap 2: Wat moet je voorbereiden? (Uitzoeken wat je allemaal nodig hebt.)
Stap 3: Aan de slag! (Je voert de opdracht uit.)
Stap 4: Hoe ging het? (Kijken wat goed is gegaan en wat misschien volgende keer beter kan.)

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Werk individueel = zelfstandig = alleen.
Bereid de opdracht voor in word of op papier.
Geef de opdracht een titel: 'Zorgtaak' en zet je naam erbij.
Zorg voor minimaal 1 afbeelding erbij.

Dan ga je de zorgtaak voorbereiden en omschrijven door middel van de volgende stappen:
De 4 belangrijke stappen om een zorgtaak uit te voeren:
Stap 1: wat moet je doen (= de zorgtaak zelf dus bijvoorbeeld 'kamer schoonmaken')? 
Stap 2: Wat moet je voorbereiden? (Uitzoeken en omschrijven wat je allemaal nodig hebt om de zorgtaak uit te kunnen voeren)
Stap 3: Aan de slag! (Je voert de opdracht uit en laat dit door middel van een filmpje of foto's zien)
Stap 4: Hoe ging het? (Kijken wat goed is gegaan en wat misschien volgende keer beter kan, ook dit omschrijf je).
Voorbeelden zorgtaken:

- Boodschappen doen
- Kamer schoonmaken
- De afwas doen
- De was doen
- Een lunch maken
- Een maaltijd bereiden
- Een huisdier verzorgen
- Een cake bakken
- De was doen

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiten
Bespreken lesdoelen:
*Je weet wat zorgtaken zijn
*Je kan een aantal zorgtaken benoemen
*Je weet wat er nodig is om een zorgtaak uit te kunnen voeren

Slide 13 - Tekstslide