Uit welke voorouders bepaalde organismen zich hebben ontwikkeld
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat is af te lezen uit een normale stamboom?
A
De tijd sinds het ontstaan van de aarde
B
In welke klasse je een organisme kunt plaatsen
C
Uit welke voorouders bepaalde organismen zich hebben ontwikkeld
Slide 1 - Quizvraag
Bij de productie van welk voedingsmiddel wordt een schimmel gebruikt?
A
Yoghurt
B
Zuurkool
C
Brood
Slide 2 - Quizvraag
Wondroos is een ontsteking van de huid. De huid wordt hierbij rood en pijnlijk. Wondroos ontstaat wanneer streptokokken door de huid heen komen en onder de huid een infectie veroorzaken. De streptokokken hebben geen celkern, wel een celwand en geen bladgroenkorrels.
Tot welke groep behoren deze organismen?
A
Tot de bacteriën
B
Tot de schimmels
C
Tot de dieren
D
Tot de planten
Slide 3 - Quizvraag
Een informatiecentrum op voedingsgebied schat dat er in Nederland jaarlijks ongeveer 35 mensen overlijden aan voedselvergiftiging door bacteriën. In de zomer komen de meeste gevallen van voedselvergiftiging voor. Mensen noemen het vaak ‘zomergriep’.
Waardoor komt voedselvergiftiging in de zomer vaker voor dan in de winter?
A
Schadelijk bacteriën leven beter door zonlicht.
B
Schadelijke bacteriën delen zich sneller door de hitte
C
In de zomer is er meer contact tussen mensen en dus meer verspreiding.
D
In de zomer komen vogelgriep bacteriën vaker voor.
Slide 4 - Quizvraag
De eieren van een huismus hebben een leerachtige schaal
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Stekelhuidigen zijn veelzijdig symmetrisch.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Bij een spin zit het skelet aan de buitenzijde van het lichaam.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Welk diagram hoort bij de groei van een Noordzeegarnaal?
1
3
A
Diagram 1
B
Diagram 2
C
Diagram 3
D
Diagram 4
Slide 8 - Quizvraag
Tot welke stam behoort deze plant?
A
Mossen
B
Varens
C
Paardenstaarten
D
Zaadplanten
Slide 9 - Quizvraag
Een varen plant zich voort door zaden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Pneumokokken zijn eencellige ziekteverwekkers die bij veel mensen in de slijmvliezen van neus- en keelholte voorkomen. Meestal veroorzaken ze geen ziekteverschijnselen. Soms leiden ze tot hersenvliesontsteking. Ze hebben een celwand en geen celkern. Bij welke groep behoren deze organismen?
A
Tot de bacteriën
B
Tot de schimmels
C
Tot de planten
D
Tot de dieren
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noemen we een geneesmiddel dat bacteriën doodt?
Slide 12 - Open vraag
In een plantenboek staat de volgende omschrijving: 'Klein draadvormig plantje waaraan geen echte wortels, maar wel dunne stengels met blaadjes zijn te onderscheiden.' Tot welke stam van het plantenrijk behoort deze plant?
A
Tot de mossen
B
Tot de wieren
C
Tot de varens
D
Tot de paardenstaarten
Slide 13 - Quizvraag
Een boom met naalden hoort tot de bedektzadigen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Bij welke groep van de zaadplanten hoort een dennenboom?
Slide 15 - Open vraag
De eieren van een hagedis zijn zonder schaal.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van een zoogdier?
A
Haren
B
Levendbarend
C
Kieuwen
D
Warmbloedig
Slide 17 - Quizvraag
Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.
Slide 18 - Quizvraag
In welk milieu of welke milieus kun je weekdieren aantreffen?
A
Alleen op het land
B
Alleen in het water
C
Zowel op het land als in het water
D
Op het land, in het water en in de lucht
Slide 19 - Quizvraag
Is de lichaamstemperatuur vcan een zandhagedis warmbloedig of koudbloedig? Plant de zandhagedis zich voort door eieren zonder schaal of met leerachtige schaal?
A
Temperatuur: warmbloedig
Voortplanting: eieren zonder schaal
B
Temperatuur: warmbloedig
Voortplanting: eieren met leerachtige schaal
C
Temperatuur: koudbloedig
Voortplanting: eieren zonder schaal
D
Temperatuur: koudbloedig
Voortplanting: eieren met leerachtige schaal
Slide 20 - Quizvraag
Tot welke stam behoort de plant waar dit een deel van is?
A
Tot de varens
B
Tot de mossen
C
Tot de paardenstaarten
D
Tot de zaadplanten
Slide 21 - Quizvraag
Bij fossielen zijn meestal alleen de harde delen van een organismen overgebleven, omdat die het minst snel vergaan. Van welke stam is de kans het grootst dat er een fossiel van wordt teruggevonden?
A
Van een holtedier
B
Van een weekdier
C
Van een worm
D
Van een stekelhuidige
Slide 22 - Quizvraag
Twee leerlingen doen een uitspraak over een groene knolanemiet. 1. De groene knolanemiet is een schimmel 2. De groene kleur wordt veroorzaakt door bladgroenkorrels. Wie heeft of hebben gelijk?
A
Alleen leerling 1
B
Alleen leerling 2
C
Zowel leerling 1 als 2
D
Geen van beide
Slide 23 - Quizvraag
Je ziet hier een vliegende vos. Ze komen voor in Azië en hangen overdag in grote groepen in bomen te slapen. Tegen de schemering gaan ze op zoek naar voedsel. Plant de vliegende vos zich voort d.m.v. eieren of levendbarend? En is hij warmbloedig of koudbloedig?