In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Rekenmachine
Potlood
schrift
pen
geo driehoek
Slide 1 - Tekstslide
Een puntengrafiek gebruik je als alleen hele waarden kunnen voorkomen
Een lijngrafiek gebruik je als
alle waarden kunnen voorkomen
Slide 2 - Tekstslide
H1.2 Theorie: Kwadratisch
Een kwadratisch (dalparabool)
y = ax² + bx + c
Slide 3 - Tekstslide
H1.2 Hoe vind je top & symmetrieas van een parabool
voorbeeld 1: zit de top bij x = 1 = symmetrie-as
voorbeeld 2: zit de top bij x = 0 = symmetrie-as
Slide 4 - Tekstslide
H1.3 Wortelformule
Slide 5 - Tekstslide
Paragraaf 10.3
De grafiek van een wortel-
verband ziet er dan ook
zo uit.
vraag: Waarom kan deze
grafiek niet in de min?
Slide 6 - Tekstslide
Stappenplan soort grafiek herkennen
1. Kies eerst de formule, die je meteen herkent.
Rood is lineair, dus een lineaire formule.
Blauw is hyperbool, dus een omgekeerd evenredige formule
Zwart is parabool, dus en kwadratische formule
Slide 7 - Tekstslide
Wat voor soort verband is lijn blauw?
A
lineare
B
kwadraten
C
omgekeerd evenredig
D
wortel
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor soort verband is lijn rood?
A
lineare
B
kwadraten
C
omgekeerd evenredig
D
wortel
Slide 9 - Quizvraag
Welke grafiek hoort bij een wortelverband?
A
1 (links)
B
2
C
3
D
4 (rechts)
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het Lineaire verband ?
A
iedere keer een
toename van 3
B
geen toename of afname
C
iedere keer een afnamen van 3
D
iedere keer een toename van 8
Slide 11 - Quizvraag
In welke tabel is er geen lineair verband?
A
Tabel A
B
Tabel B
C
Tabel C
D
In elke tabel zit een lineair verband
Slide 12 - Quizvraag
De standaardformule voor een lineair verband is
A
y=ax2+b
B
y=ax+b
C
y=b+ax
D
y=x+b
Slide 13 - Quizvraag
Een kwadraat is altijd...
A
Tot de macht 1.
B
Tot de macht 2.
C
Tot de macht 5.
D
Geen macht.
Slide 14 - Quizvraag
Kwadraat van (-3)
A
6
B
9
C
-9
D
-6
Slide 15 - Quizvraag
Is deze tabel een kwadratisch verband?
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
De grafiek van een kwadratisch verband is een .....
A
hyperbool
B
stijgende lijn
C
berg- of dalparabool
Slide 17 - Quizvraag
H1.2 Wat voor grafiek zie je?
A
omgekeerd evenredig verband
B
wortel verband
C
periodieke verband
Slide 18 - Quizvraag
Derdemacht
Als het getal voor x3 positief is dan is het een stijgende grafiek, en als het getal negatief is dan is het een dalende grafiek.
Slide 19 - Tekstslide
Oplopend of aflopen?
A
Oplopend
B
Aflopend
Slide 20 - Quizvraag
Oplopend of aflopen?
A
Oplopend
B
Aflopend
Slide 21 - Quizvraag
Oplopend of aflopen?
A
Oplopend
B
Aflopend
Slide 22 - Quizvraag
Lineaire formules
Kwadratische formules
derdemachtsformules
Slide 23 - Sleepvraag
H1.5 Wat ga je leren?
Je kunt een omgekeerd evenredig verband tekenen
Je kunt een tabel maken bij een omgekeerd evenredig verband
Slide 24 - Tekstslide
Voorbeeld met stappenplan
1. Start met een tabel
2. Zoek uit wanneer de noemer = 0
3. Bereken in de formule x = -2 , x=-1 etc. en vul de y-waarden in je tabel.
4. Maak een assenstelsel en vul de
coördinaten in je grafiek.
= een vloeiende lijn.
x + 2 = o als x = -2 (=laagste x)
x = -1
x = 0
etc....
Let op: grafiek moet ov erzichtelijk zijn.
y=(x+2)5
-2
-1
0
1
2
3
--
5
2,5
1,67
1,25
1
y=(−1+2)5=5
y=(0+2)5=2,5
Slide 25 - Tekstslide
H1.5
1. Start met een tabel.
2. Zoek uit wanneer de
noemer a = 0 dat is bij a = 0
3. Vul daarna meerdere
waarden in (zie tabel)
4. Verbindt de punten met een vloeiende lijn. (grafiek maken)
x= 0
x = 1 etc.....
a
0
1
2
3
4
5
6
b
-
6
3
2
1,5
1,2
1
b=a6
b=06=−
b=16=6
Slide 26 - Tekstslide
Aan de slag
Iedereen gaat eerst maken opdracht.... uit je boek. Ben je daarmee klaar, dan pas ga je verder met de andere opdrachten. Vergeet ook niet na te kijken! :-D