To Be


To Be
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


To Be

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


  1. 'Te' zijn
  2. Ik ben
  3. Jij bent
  4. Hij is
  5. Zij is
  6. Het is
  7. Wij zijn
  8. Jullie zijn
  9. Zij zijn

  1. 'To' be
  2. I am
  3. You are
  4. He is
  5. She is
  6. It is
  7. We are
  8. You are
  9. They are
Aantekeningen: To be

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 1
Choose the correct answer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1) My best friend ___ a nice guy.
A
am
B
is
C
are

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2) My cousins ___ twins.
A
am
B
is
C
are

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.3) Our teachers ___ not always interesting.
A
am
B
is
C
are

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.4) Our class ___ the best class.
A
am
B
is
C
are

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.5) My classmates ___ a bunch of weirdos.
A
am
B
is
C
are

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.6) I ___ the king of Five Nights At Freddy's.
A
am
B
is
C
are

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.7) Bob ___ the best guitar player in the world.
A
am
B
is
C
are

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.8) Sarah and Dave __ a cute couple.
A
am
B
is
C
are

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 2
Type the correct answer
Only type the verb (werkwoord) not the whole sentence

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1) My uncle ___ (to be) an employee at Nintendo.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.2) We ___ (to be)all amazing.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3) Tesseract and BTBAM ___ (to be)some of my favourite bands.

Slide 16 - Open vraag

Band names:
British English = Are

American English = Is / Are
2.4) My favourite sport ___ (to be)football.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2.5) My hobbies ___(to be) playing videogames and watching series.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontkenningen
I am --> I am not --> I'm not

He is --> he is not --> he's not --> he isn't

you are --> you are not --> you're not --> you aren't

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 3
Choose the correct contraction (verkorting)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

That is Tom.
___ my friend.
A
He's n't
B
He isn't
C
He's not
D
You're not

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My parents don't like rap music.
___ are fans of techno either.
A
Their
B
They're not
C
Theren't
D
They aren't

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

___ not a fan of pizza.
A
I amn't
B
I'm not
C
I aren't
D
I isn't

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jennifer and Joss ___ good at playing videogames.
A
're not
B
aren't
C
isn't
D
's not

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen
I am --> Am I?

He is --> Is he?

you are --> Are you?


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 4
Turn the sentences into questions

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

His friend is very nice.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

You are the best at football.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

She is thirteen this year.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I am good enough to be a professional.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They aren’t very good at football.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Joris and Tom are the best.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra practice
Put the verb in the correct form and type the whole sentence
Don't use contractions (dus geen ' )

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

They (not - to be) very smart.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(your mum - to be) a good cook?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Timmy and Tommy (to be) shopkeepers.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(you - to be) a fan of NAC?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He (not - to be) a rich man.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(Johny Depp - to be) famous?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra challenge
Make 2 sentences (+), 2 questions (?) and 2 negations (-) with 'to be' using the given subject (onderwerp)

Each sentence must have at least 5 words

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sherry (+)

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tom Jones (-)

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The player (?)

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Your parents (?)

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

His siblings (+)

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The boys (-)

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vragen ??

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies