Woe 6-09-23 herhaling klas 2 haben/sein/werden + voltooid deelwoord

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

HA3E
Mittwoch, 4. September 2024

Slide 2 - Tekstslide

die Planung
  • Herhalen
Over: haben/sein/werden +
            voltooid deelwoord
  • Stencil

 

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica
Was weißt du noch?

haben, sein, werden

3 Fragen

Slide 4 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 5 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 6 - Sleepvraag

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 7 - Sleepvraag

Hulpwerkwoord haben + sein
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
bin
bist
ist

sind
seid
sind
haben                       sein                       werden
(hebben)                  (zijn)                   (worden/zullen)
Voltooid deelwoord:
gehabt               gewesen         geworden
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden

Slide 8 - Tekstslide

Grammatica
Was weißt du noch?

voltooid deelwoord

4 Fragen

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 10 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 11 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 12 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)
Letzte Frage

Slide 13 - Open vraag

Voltooid deelwoord: zwakke ww
Normale werkwoorden: ge + stam + t -> wohnen -> ge + wohn+ t = gewohnt

Werkwoorden met stam op -d of -t: ge + stam + et -> arbeiten =gearbeitet
   en werkwoorden zoals atmen en regnen

Werkwoorden die eindigen op -ieren: stam + t -> studieren ->studiert

Werkwoorden die beginnen met -ver, -be, -er: stam + t -> bezahlen ->     
    bezahlt          erzählen -> erzählt          verbringen -> verbringt



Slide 14 - Tekstslide

Voltooid deelwoord: sterke ww
•Regel: ge + stam + en -> geben -> ge + geb + en = gegeben

Bij sterke werkwoorden zijn er veel uitzonderingen.
Want de klinkers kunnen veranderen bij sterke werkwoorden, daarom heten die ook sterk.
In het Nederlands bijvoorbeeld: ik zwem, ik zwom, ik heb gezwommen
In het Duits: ich schwimme, ich schwam, ich habe geschwommen
Deze zul je gewoon zo moeten leren, daar is geen regel voor (behalve dat ze eindigen op -en)





Slide 15 - Tekstslide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Stencil alles

  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 13:20
  • Fertig (klaar)?: Woordjes leren SO





An die Arbeit!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide