Verzorgingsstaat





                                                                                                  
                                                                                                                             Margot Roerdink 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les





                                                                                                  
                                                                                                                             Margot Roerdink 

Slide 1 - Tekstslide

Is Nederland een verzorgingsstaat of een nachtwakersstaat?
A
Een verzorgingsstaat
B
Een nachtwakersstaat

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn drie terreinen waar de overheid in een verzorgingsstaat het meeste geld aan uitgeeft?
A
Onderwijs, gezondheidszorg en justitie en veiligheid
B
Onderwijs, defensie en sociale zekerheid
C
Onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid
D
Gezondheidszorg, sociale zekerheid en justitie en veiligheid

Slide 3 - Quizvraag

Welke politieke visie hecht een belangrijke waarde aan het maatschappelijk middenveld?
A
Liberale visie
B
Sociaaldemocratische visie
C
Christendemocratische visie

Slide 4 - Quizvraag

Je kan sociale grondrechten afdwingen bij de rechter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

In 2013 kwam Rutte met het plan voor een participatiesamenleving. Wat houdt een participatiesamenleving in?
A
Een samenleving waarin mensen meer verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en omgeving.
B
Een samenleving waarin er sprake is van een sterk maatschappelijk middenveld.

Slide 6 - Quizvraag

De overheid heeft drie belangrijke doelen op het gebied van onderwijs. Wat is geen doel van de overheid?
A
Ongelijkheid terugdringen
B
Zorgen voor een goed opgeleide beroepsbevolking.
C
Het aanbieden van het exact hetzelfde onderwijs in heel Nederland.

Slide 7 - Quizvraag

Binnen de gezondheidszorg is er steeds meer aandacht voor preventie. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
dat alle ziekenhuizen in handen zijn van de overheid.
B
dit zijn activiteiten om te voorkomen dat gezonde mensen een ziekte of ongeval krijgen, denk aan campagnes tegen roken.
C
dat gezondheidszorg een sociaal grondrecht is.
D
dat de overheid zich moet inzetten voor goede gezondheidszorg.

Slide 8 - Quizvraag

Door de ongezonde leefstijl van Nederlanders ontstaan steeds meer welvaartsziektes. Welke bevolkingsgroep heeft de grootste kans op welvaartsziekten?
A
Ouderen
B
Jongeren

Slide 9 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de qaly (quality-adjusted life year)?
A
Een campagne die gericht is op preventie, kortom het aansporen van Nederlanders om gezonder te leven.
B
Een richtlijn om te bepalen of bepaalde behandelingen moeten worden vergoed door de basisverzekering of niet.
C
De gedachte dat de rol van de overheid minder groot wordt en er meer wordt overgelaten aan mensen zelf.
D
De gedachte dat de verantwoordelijkheid voor gezondheidszorg moet worden overgelaten aan de vrije markt.

Slide 10 - Quizvraag

Ons socialezekerheidsstelsel kent een aantal verzekeringen. Welke bewering is juist?
A
De AKW is een volksverzekering
B
De AKW is een werknemersverzekering
C
De WIA is een volksverzekering
D
D- De Wajong wordt betaald uit premies

Slide 11 - Quizvraag

De solidariteitsgedachte vormt de kern van onze verzorgingsstaat. Dat wil zeggen dat:
A
we de risico’s van onze samenleving zo veel mogelijk gezamenlijk dragen.
B
burgers onderling gezondheidszorg met elkaar regelen, oftewel er is sprake van een terughoudende rol van de overheid

Slide 12 - Quizvraag

Wat wordt verstaan onder arbeidsethos?
A
De status die mensen toekennen aan bepaalde beroepen, zoals een winkelmedewerker en een arts
B
Het belang dat mensen aan werk hechten
C
De inspanningen die mensen leveren tijdens hun werk, oftewel de tijd en moeite die mensen inzetten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een ontwikkeling van deze tijd die de arbeidsmarkt beïnvloedt? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
Globalisering
B
Flexibilisering
C
Automatisering

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met werkgelegenheid?
A
De vraag naar arbeidskrachten
B
Het aanbod van arbeidskrachten

Slide 15 - Quizvraag

Onder flexibilisering wordt verstaan:
A
De ontwikkeling naar veel meer variaties in arbeidsrelaties en arbeidscontracten
B
Het vervangen van menselijke arbeid door machines en computers

Slide 16 - Quizvraag