Oefenen voor de toets H2 par 2.1 t/m 2.3

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                    Welkom! 
  • Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  • Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
  • Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
  • Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  • Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​



Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Weekplenda
 Week    36
 Week      37
Week 38
Week 39
Week 40
Week 41
Week 42
  H1 §1

 
 H1 §2


H1 §3




H1 §4

 


 H2 §1

PO


H2 §2

PO


activi
teiten
week 
 Week       43
  Week       44
  Week       45
  H2 §3

    PO

 herfst
 vakan      tie


  toets
  week

Slide 2 - Tekstslide

De bijnaam van Detroit is "Motor City"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

De arme Afro-Amerikanen verhuisden naar Detroit vanuit..?
A
Westen
B
Noorden
C
Zuiden
D
Oosten

Slide 4 - Quizvraag

Het werk dat in Detroit beschikbaar kwam rond 1900 was.
A
Geschoold werk
B
ongeschoold werk

Slide 5 - Quizvraag

Detroit is door de tijd heen flink veranderd.

→ Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
De auto-industrie groeit en bloeit: Detroit wordt Motor City.
Gebouwen, wegen en parken raken in verval.
Veel Afro-Amerikaanse arbeiders trekken naar Detroit.
Mensen met hogere salarissen schaffen een auto aan en trekken naar de suburbs.
Fabrieken in de auto-industrie hebben veel arbeiders nodig.
Door automatisering stijgt de werkloosheid.

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe noem je de soort wijk hier op de foto?

Slide 7 - Open vraag

Waardoor ontstond er rond 1900 een woningtekort in het centrum?

Slide 8 - Open vraag

Hoe meet je welvaart het best?
A
Met de HMI
B
Met de HDI
C
Met het totale BNP
D
Met het BNP per hoofd

Slide 9 - Quizvraag

Hoe meet je het welzijn van een land?
A
BNP
B
HDI
C
BBP/Hoofd
D
BRP

Slide 10 - Quizvraag

Op welke indicator is het HDI niet gebaseerd?
A
Voedselvoorziening
B
Onderwijs
C
Analfabetisme
D
Levensverwachting

Slide 11 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 12 - Quizvraag

Globalisering leidt tot hogere inkomens maar ook tot meer werkloosheid. Leg dit uit.

Slide 13 - Open vraag

De koopkracht is in Nigeria hoger dan in de VS
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld iemand verdient.
B
Hoeveel iemand van zijn geld kan kopen.
C
Hoeveel supermarkten er in de buurt zijn.

Slide 15 - Quizvraag


Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens eerlijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Wat is globalisering?
A
dat de welvaart stijgt
B
proces dat gebieden op aarde meer verbonden raken
C
dat mensen meer inkomsten krijgen.
D
De welzijnsgraad gaat omhoog

Slide 17 - Quizvraag

Hoe krommer de Lorenz curve des te oneerlijker is het inkomen verdeeld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat geeft de lorenzcurve aan...
A
De inkomensongelijkheid van een land
B
De koopkracht van een land
C
De alfabetiseringsgraad van een land
D
De ontwikkelingsgraad van een land

Slide 19 - Quizvraag

Welk begrip zoeken we bij de volgende definitie: ''Genen van gewassen worden verbeterd, zodat ze bijvoorbeeld beter groeien en goed beschermd zijn tegen ziekten of klimaatverandering''
A
Productie per hectare
B
Mechanisatie
C
Genetische modificatie
D
Monocultuur

Slide 20 - Quizvraag

Wat is genetische modificatie?
A
Het eerder oogsten van een gewas
B
Het modern maken van een gewas
C
De genen van een gewas aanpassen
D
Gewassen bestrijden met insecticide

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een monocultuur
A
als er maar een gewas wordt verbouwd.
B
als er van een gewas meer wordt verkocht.
C
als er meerdere gewassen worden verbouwd voor de export.
D
als er een gewas wordt geïmporteerd.

Slide 22 - Quizvraag