6.0 Rekenen met negatieve getallen voorkennis

Welkom bij wiskunde!
Camera aan en microfoon uit?

Ga naar lessonup.app en voer de code van lessonup in 


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij wiskunde!
Camera aan en microfoon uit?

Ga naar lessonup.app en voer de code van lessonup in 


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • Welke hoofdstukken voor PTO 3?
  • 10 minuten uitleg door mij:  herhalen van kleiner dan, groter dan, is gelijk aan-tekens en herhalen van negatieve getallen.
  • Quiz: Oefenen via lesson-up (5 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag of extra uitleg (10 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

PTO 3 wiskunde
  • Hoofdstuk 6 Rekenen met negatieve getallen 
  • Hoofdstuk 7 Formules


Slide 3 - Tekstslide

PTO 3 Rekenen
  • Hoofdstuk 9
  • Hoofdstuk 10
  •  Hoofdstuk 11 
  • Hoofdstuk 12 

Let op: als je iedere week een uur rekent via Smartrekenen , oefen je vanzelf alle hoofdstukken!

Slide 4 - Tekstslide

Nu komt de uitleg, dus:

Zorg ervoor dat je goed uitleg zodat je niets belangrijks mist. 
De uitleg duurt maximaal 10 minuten. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 
Rekenen met negatieve getallen

Wiskunde boek deel 2

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis activeren
  • <, > en =
  • Positieve en negatieve getallen 

 Wat weten we al?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Negatieve getallen
Getallen onder 0 

Herkenbaar aan de - voor het cijfer, bijvoorbeeld:
-5 of -0,1

Slide 11 - Tekstslide

Vragen?

Slide 12 - Tekstslide

We gaan quizen!

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn negatieve getallen?

Slide 14 - Open vraag

Welk getal is GROTER?
-4 of -5? (denk aan de getallenlijn!)
A
-4
B
-5

Slide 15 - Quizvraag

welk getal is groter 9,09 of 9,01
A
9,09
B
9,01

Slide 16 - Quizvraag

Welk teken gebruiken we voor
'Groter dan'?
A
>
B
<
C
=

Slide 17 - Quizvraag

Welk teken gebruiken we voor
'is gelijk aan' of 'hetzelfde als'?
A
<
B
>
C
=

Slide 18 - Quizvraag

Welk teken gebruiken we voor
'is kleiner dan'?
A
<
B
>
C
=

Slide 19 - Quizvraag

Vul in:

4 ... 8
A
<
B
>
C
=

Slide 20 - Quizvraag

Vul in:

4 ... - 8
A
<
B
>
C
=

Slide 21 - Quizvraag

Vul in:

-0,9 ... -0,8
A
=
B
>
C
<

Slide 22 - Quizvraag

Vul in:

-9,1 ... -9,9
A
<
B
>
C
=

Slide 23 - Quizvraag

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Maak de sommen digitaal!!
Magister>leermiddelen>wiskunde getal en ruimte>kies locatie ZS>kies je klas Mag-K1B>ga naar planning > Klik op  voorkennis negatieve getallen hoofdstuk 6. 
- Paragraaf: Voorkennis negatieve getallen hoofdstuk 6. 
- Sommen 1 t/m 5. Boek (blz 8) en 9 & werkboek (blz 3). Deel 2!
- Vraag? type in de chat of zet je microfoon aan. 

Wat niet af is, is huiswerk voor donderdag lesuur 8. 

timer
15:00000

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Tot ziens iedereen

Slide 28 - Tekstslide