Taalles

Wat is een brief?
1 / 38
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is een brief?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een brief?

Slide 4 - Open vraag

Hoe schrijf je een brief?
waar begin je mee, hoe sluit je af,
waar moet je op letten?

Slide 5 - Woordweb

Hoofdletters en punten?
- Begin iedere zin met een hoofdletter?

- Eindig iedere zin met een: punt, uitroepteken of vraagteken.

- Namen schrijf je ook met een hoofdletter

Slide 6 - Tekstslide


Hoe kun jij deze brief het beste beginnen?
A
Beste Teun,
B
Hallo,
C
Hoi Teun,
D
Lieve Teun,

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet er op de puntjes komen te staan?
A
Ik heb
B
Heb je
C
Heeft u
D
Had u

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin gebruik je in een brief naar iemand die je NIET goed kent?
A
Weet jij hoeveel het kost om een kinderfeestje bij jullie te vieren?
B
Weet u hoeveel het kost om een kinderfeestje bij jullie te vieren?
C
Zeg gewoon even hoeveel het kost om een feest te vieren

Slide 9 - Quizvraag

lesdoel
Je gaat een ingezonden brief schrijven naar de plaatselijke krant, want jij vindt dat de auto's rondom de school te hard rijden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
B
C

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Wie geeft een goed argument.
A
Jolie
B
Burkan
C
Allebei

Slide 18 - Quizvraag


A
B
C

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
B
C

Slide 20 - Quizvraag


Wie geeft een goed argument.
A
Jolie
B
Burkan
C
Allebei

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
B
C

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de beste titel?
A
Auto? Geen mobiel!
B
Beste lezer
C
Geachte redactie
D
Het gebruik van mobieltjes moet verboden worden.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

aan het werk

Nu ga jij een ingezonden brief schrijven naar een krant.


Slide 28 - Tekstslide

Je gaat nu een brief voorbereiden.



Je schrijft een brief aan iemand uit je familie. Je wilt diegene iets vragen.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom ga je een brief schrijven?

Slide 30 - Open vraag

Aan wie schrijf je de brief?
Zeg je u of jij tegen deze persoon?

Slide 31 - Open vraag

Hoe begin je de brief?
Schrijf een groet en de naam van de persoon op.

Slide 32 - Open vraag

Schrijf je boodschap op.
Wat wil je vragen? Schrijf het kort op.

Slide 33 - Open vraag

Hoe sluit je de brief af?

Slide 34 - Open vraag

Je gaat nu de brief schrijven.

Gebruik je voorbereiding in de vorige opgaven?
Schrijf je brief op papier.

Slide 35 - Tekstslide

Je gaat nu je eigen brief nakijken.

Slide 36 - Tekstslide

Kijk na en sleep de sterren
- Ben je de tekst begonnen met een groet en een naam?
- Heb je iets gevraagd in je brief?
- Heb je de brief afgelosten met een groet en je naam?
- Heb je hoofdletters en punten gebruikt?
- Heb je 'je' of 'u' op de juiste manier gebruikt? 

Slide 37 - Sleepvraag

Je bent nu klaar met het voorbereiden en schrijven van je brief.
In de volgende schrijfles ga je je brief verbeteren.

Slide 38 - Tekstslide