4.4 Nederland is rijk

4.4 Nederland is rijk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.4 Nederland is rijk

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 4.3 Verdeling beroepsbevolking; Landbouw, industrie en ....

Slide 2 - Open vraag

Welke sector is zichtbaar in de bron?
A
(landbouw)
B
(industrie)
C
(diensten)
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welke sector is zichtbaar in de bron?
A
(landbouw)
B
(industrie)
C
(diensten)
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

We lezen en bespreken
4.4 inleiding
Nederland in de wereld

Slide 5 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze uitleg?
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen
A
Multinational
B
Hub
C
Spokes
D
Mainport

Slide 6 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een multinational

Slide 7 - Woordweb

Sociale ongelijkheid is
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 8 - Quizvraag

Is er in Nederland veel of weinig sociale ongelijkheid?
A
Veel
B
Weinig

Slide 9 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid is hetzelfde als regionale ongelijkheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Regionale ongelijkheid = Verschillen tussen rijke en arme ..... binnen een land

Slide 11 - Open vraag

We lezen 4.4
Nederland handelsland

Slide 12 - Tekstslide

Nederland exporteert veel ......
kijk in de blauwe inleiding

Slide 13 - Open vraag

Azië exporteert veel printers en......
kijk in de blauwe inleiding

Slide 14 - Open vraag

In Nederland werken de meeste mensen in de
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is export?
A
het invoeren van goederen
B
een ander woord voor economie
C
een soort hockey
D
het uitvoeren van goederen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is import?
A
het uitvoeren van goederen
B
ecologische migratie
C
het invoeren van goederen
D
BNP

Slide 17 - Quizvraag

Heeft Nederland meer import of meer export
A
Meer import dan export
B
Meer export dan import

Slide 18 - Quizvraag

Import of Export?
A
Export
B
Import

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent het begrip handelsbalans?
A
overzicht dat laat zien hoeveel mensen immigreren naar een land
B
overzicht dat laat zien hoeveel geld en goederen worden uitgevoerd tussen landen
C
overzicht dat laat zien hoeveel geld en goederen worden uitgevoerd en ingevoerd
D
overzicht dat laat zien hoeveel geld en goederen worden ingevoerd

Slide 20 - Quizvraag

Als een handelsbalans positief is
A
wordt er positief gedacht over de handel
B
wordt er verdient aan de handel met het buitenland
C
wordt er veel gehandeld tussen de steden
D
wordt er verdient aan de handel

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

De handelsbalans is...
A
Positief
B
Negatief
C
Gelijk
D
De afbeelding gaat niet over de handelsbalans

Slide 22 - Quizvraag

We lezen 4.4
Mainports

Slide 23 - Tekstslide

Een mainport is
A
Haven of vliegveld die belangrijk is voor het internationale verkeer
B
Bedrijven die in veel landen een fabriek of kantoor hebben
C
Haven dat goede contacten heeft met andere havens
D
Bedrijven die heel veel klanten hebben

Slide 24 - Quizvraag

Mainport, welke 2 mainports ken je?
A
Schiphol Airport
B
Utrecht Centraal
C
Amsterdam Centraal
D
Haven van Rotterdam

Slide 25 - Quizvraag

De handelsbalans van Etihopië is
A
positief
B
negatief

Slide 26 - Quizvraag

Een handelsbalans is positief als;
A
er meer geïmporteerd dan geëxporteerd wordt
B
er meer verkocht dan ingekocht wordt
C
er meer ingekocht wordt dan verkocht
D
er meer geëxporteerd wordt dan geïmporteerd

Slide 27 - Quizvraag