Let op spelling, formulering en interpunctie.
Zorg voor voldoende samenhang binnen en tussen alinea's.
Start telkens met je kernzin
Gebruik signaalwoorden.
Stel van tevoren een argumentatiestructuur op waarin geen overlap voorkomt. Spreek jezelf ook niet tegen.
Gebruik geen drogredenen.
Zorg voor een eenduidig standpunt met goed onderbouwde argumenten.