Effectief plannen van werkzaamheden

Effectief plannen van werkzaamheden

Leerdoelen

Aan het einde van de les kunnen de studenten uitleggen hoe plannen van werkzaamheden in z'n werk gaat. Onderwerpen die aan de orde komen zijn planning, welke taken horen bij een functie, de prioriteitenmatrix van Dwight D. Eisenhower.

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren en waarom het belangrijk is.

Wat weet je al over het plannen van werkzaamheden?

De basis van plannen

Wat is planning? Hoe helpt het bij het bereiken van doelen?

Leg de basisbegrippen van planning uit en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van hoe planning hen heeft geholpen.

Functie en taken

Welke taken horen bij jouw functie? Hoe kun je deze taken effectief plannen?

Laat de leerlingen nadenken over de taken die bij hun functie horen en hoe ze deze kunnen plannen. Geef voorbeelden van hoe je dit zelf doet.

Prioriteiten stellen

Wat is de prioriteitenmatrix van Dwight D. Eisenhower? Hoe kun je deze matrix gebruiken om je taken te prioriteren?

Leg de matrix uit en geef voorbeelden van hoe je deze kunt gebruiken om taken te prioriteren.

Activerende werkvorm 1

Mindmap maken van taken en prioriteiten

Laat de leerlingen in groepjes een mindmap maken van hun taken en prioriteiten met behulp van de Eisenhower-matrix.

Activerende werkvorm 2

Rollenspel: het plannen van een project

Verdeel de leerlingen in groepen en laat ze een rollenspel spelen waarin ze een project plannen en prioriteren met behulp van de Eisenhower-matrix.

Activerende werkvorm 3

Case study: effectief plannen

Geef de leerlingen een case study en laat ze deze oplossen door effectief te plannen met behulp van de Eisenhower-matrix.

Samenvatting

Wat hebben we vandaag geleerd? Hoe kun je effectief plannen?

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de leerlingen om een korte samenvatting te geven van wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.