2. Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad.
3. Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een stad?
Een stad heeft vier kenmerken:
Een bepaald, per land verschillend, aantal inwoners;
Dicht bebouwd in vergelijking met het omringde gebied;
Een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector;
Een groot aantal voorzieningen (winkels, werk onderwijs, bestuur) voor het gebied rond de stad.
Steden kun je indelen in drie soorten:
Een megastad;
Een wereldstad;
Een hoofdstad.
Secundaire sector = werken in fabrieken.
Tertiaire sector = werken bij bedrijven die uit zijn op winst, bijv. een kapper, winkel.
Slide 4 - Tekstslide
Drie soorten steden in de wereld
Hoofdstad: bestuurscentrum van het land.
Megastad: 10 mln inwoners, geen grote rol in de wereld.
Wereldstad: groot, belangrijk op wereldniveau op gebied van economie, cultuur en politiek.
Slide 5 - Tekstslide
Leven in een megastad
Voordeel
- Er is hier werk;
- Grotere kans op goed onderwijs;
- Kans op een beter leven in de stad groter dan op het platteland.
Nadeel
- Als je arm bent woon je in krottenwijken;
- Veel afval en ziektes.
Slide 6 - Tekstslide
arm land
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De invloed van de global city groeit
Global cities (wereldsteden) zijn steden die de belangrijkste knooppunten vormen in het stedelijk netwerk, bijvoorbeeld: New York, Tokyo en Londen.
BBP van New York is groter dan dat van Rusland of India, in Tokyo wonen net zoveel mensen als in heel Peru en Londen telt meer internationale kantoren en banken dan Canada.
De burgemeesters van de global cities zitten vaak bij een om probelen van hun stad te bespreken, bijvoorbeeld over: verkeer, luchtvervuiling, migranten, klimaatverandering etc.
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
Les 1:
Maak de volgende opdrachten van §2.1 in je werkboek (blz. 38-39):