2V1: Thema 4: BS 3: 'De man'

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Thema 4: BS 3:

'De man'

Programma

-Terugblik BS 2

-Uitleg BS 3 'De man'

-Oefenopdrachten

-Opdracht: 'spermacompetitie'

-Afsluiting

Leerdoelen

-Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken

-Je kunt de kenmerken van  zaadcellen en eicellen noemen

Zet in de juiste volgorde

1

2

3

4

5

Baarmoederslijmvlies wordt dikker

Bevruchting

Eicel rijpt

Innesteling

Ovulatie

Zaadleider

Urineblaas

Zaadblaasje

Prostaat

Zwellichaam

Penis

Bijbal

Teelbal

Balzak

Urinebuis

Eikel

Voorhuid

Voortplantingsorganen (bouw)

Teelballen liggen in de balzak en  produceren zaadcellen, die tijdelijk opgeslagen worden in de bijballen

De zaadleiders vervoeren de zaadcellen langs de zaadblaasjes en de prostaat. Deze voegen  vocht toe -> totaal = sperma

Het topje van de penis (eikel) is heel gevoelig en wordt beschermt door de voorhuid

Hormonen

In de puberteit maakt de hypofyse stimulerende hormonen

Hormonen -> in de teelballen worden zaadcellen en testosteron gevormd.

Mannelijk geslachtshormoon = testosteron

-> secundaire geslachtskenmerken

Grafiek: zaadcellen worden tot op hoge leeftijd gevormd -> géén overgang

Waarom hangt de balzak buiten het lichaam?

zaadcellen ontwikkelen beter bij een lagere temperatuur

Zet de route die een zaadcel aflegt tot aan een zaadlozing in de juiste volgorde.

teelballen

bijballen

Zaadblaasjes

prostaat

Urinebuis

zaadleiders

Voortplantingsorganen (werking)

De penis kan stijf worden (erectie) door de 3 zwellichamen die zich vullen met bloed

Een erectie komt soms zonder reden:

 ('natte droom') of bij het opstaan

Voor geslachtsgemeenschap is een stijve penis nodig -> stimuleren van de eikel -> zaadlozing

Hoeveel sperma komt er vrij? 

Hoeveel zaadcellen?

hoeveel: theelepel

spermacellen: 400 miljoen

Zaadcellen en eicellen

Zaadcellen:

-Kleinste menselijke cel

-Beweging met zweepstaart

-Komt via de baarmoeder in de eileiders

Eicellen:

-Veel groter dan een zaadcel

-Bevat reservevoedsel

-Kan niet zelf bewegen 

-Komt uit de eierstok in de eileider

teelballen

bijballen

zaadblaasjes

zaadleiders

balzak

Hierin liggen de teelballen en de bijballen

Vervoeren zaadcellen

Slaan zaadcellen tijdelijk op

Produceren het mannelijk geslachtshormoon testosteron

Voegen vocht met voedingsstoffen toe aan de zaadcellen

Opdracht: 'spermacompetitie'

Lees de tekst en bedenk voor jezelf:

-Wat is het voordeel bij het  mannetje?

-Wat is het voordeel voor het vrouwtje?

de volgende les

Huiswerk:

H: BS 3: 2-3-5 t/m 10

V: BS 3: 2-3-5 t/m 10

Volgende les:

BS 5: 'Veilig vrijen'