Bespreken tekst proefwerk H4

Welkom - Nederlands - klas 2D
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom - Nederlands - klas 2D

Slide 1 - Tekstslide

Mag je konijn nog in een hok?
Filmpje

Slide 2 - Tekstslide

Ik vind dat konijnen wel/niet in een hok mogen, omdat...

Slide 3 - Woordweb

Tekst bespreken 



Vooraf denk je na over de signaalwoorden die horen bij het verband:
mening 
en 
argument

Slide 4 - Tekstslide

Aan welke signaalwoorden kun je een mening herkennen?

Slide 5 - Open vraag

Aan welke signaalwoorden kun je een argument herkennen?

Slide 6 - Open vraag

Tekst met vragen bespreken 
Meneer Klok deelt de tekst met vragen uit.

Opdracht 1: lees de tekst en arceer de signaalwoorden die je herkent.

Opdracht 2: maak vervolgens de vragen. 
stopwatch
00:00

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 1
Wat is het antwoord?


Slide 8 - Tekstslide

Vraag 1
Wat is het antwoord?


Slide 9 - Tekstslide

2. Wat is het onderwerp van tekst 1?


A bedenktijd bij aankoop huisdieren
B huisdieren
C impulsaankomen voorkomen
D oproep van wethouder Ivens


Slide 10 - Tekstslide

2. Wat is het onderwerp van tekst 1?


A bedenktijd bij aankoop huisdieren
B huisdieren
C impulsaankomen voorkomen
D oproep van wethouder Ivens


Slide 11 - Tekstslide

3. Waarvan is het konijn een voorbeeld?

Slide 12 - Tekstslide

3. Waarvan is het konijn een voorbeeld?
Van een impulsaankoop -->
[4] De oproep is vooral gericht tegen de verkoop van dieren in doe-het-zelfzaken. ‘Het is gek dat in bouwmarkten huisdieren worden verkocht’, zegt Ivens. ‘Mensen gaan daar met een kind naartoe voor een nieuwe schutting, maar komen naar buiten met een konijn. Deze impulsaankopen willen we tegengaan, want de dieren zijn het slachtoffer en de gemeenten en dierenasiels draaien ervoor op als de dieren gedumpt worden.’  


Slide 13 - Tekstslide

4. Aan welk(e) woord(en) herken je het argument van wethouder Ivens in alinea 4?

[4] De oproep is vooral gericht tegen de verkoop van dieren in doe-het-zelfzaken. ‘Het is gek dat in bouwmarkten huisdieren worden verkocht’, zegt Ivens. ‘Mensen gaan daar met een kind naartoe voor een nieuwe schutting, maar komen naar buiten met een konijn. Deze impulsaankopen willen we tegengaan, want de dieren zijn het slachtoffer en de gemeenten en dierenasiels draaien ervoor op als de dieren gedumpt worden.’  


Slide 14 - Tekstslide

4. Aan welk(e) woord(en) herken je het argument van wethouder Ivens in alinea 4?

[4] De oproep is vooral gericht tegen de verkoop van dieren in doe-het-zelfzaken. ‘Het is gek dat in bouwmarkten huisdieren worden verkocht’, zegt Ivens. ‘Mensen gaan daar met een kind naartoe voor een nieuwe schutting, maar komen naar buiten met een konijn. Deze impulsaankopen willen we tegengaan, want de dieren zijn het slachtoffer en de gemeenten en dierenasiels draaien ervoor op als de dieren gedumpt worden.’  


Slide 15 - Tekstslide

5. Welk verband herken je in de mening van wethouder Ivens?

 
A voorbeeld
B opsomming
C volgorde van tijd

Slide 16 - Tekstslide

[4] De oproep is vooral gericht tegen de verkoop van dieren in doe-het-zelfzaken. ‘Het is gek dat in bouwmarkten huisdieren worden verkocht’, zegt Ivens. ‘Mensen gaan daar met een kind naartoe voor een nieuwe schutting, maar komen naar buiten met een konijn. Deze impulsaankopen willen we tegengaan, want de dieren zijn het slachtoffer en de gemeenten en dierenasiels draaien ervoor op als de dieren gedumpt worden.’  


Slide 17 - Tekstslide

5. Welk verband herken je in de mening van wethouder Ivens?

 
A voorbeeld
B opsomming
C volgorde van tijd

Slide 18 - Tekstslide

6. Wat is het deelonderwerp van alinea 5?


Slide 19 - Tekstslide

Vraag 7 en 8 
7. Van wie zou de titel een uitspraak kunnen zijn?
A de Tweede Kamer
B eigenaren dierenasiels
C katten- en hondenbezitters
D wethouder Ivens
8. Staan in tekst 1 vooral feiten, vooral meningen of zowel feiten als meningen? Leg je antwoord uit.



Slide 20 - Tekstslide

9. Welke zin geeft het belangrijkste van tekst 1 weer?
A 36 Nederlandse gemeenten willen zo veel mogelijk dierenleed voorkomen.
B Eigenaren moeten de mogelijkheid hebben om een dier terug te kunnen
 brengen naar de winkel.
C In bouwmarkten mogen geen huisdieren meer verkocht worden.
D Gemeenten willen een verplichte bedenktijd bij het aanschaffen van een
 huisdier.

Slide 21 - Tekstslide

9. Welke zin geeft het belangrijkste van tekst 1 weer?
A 36 Nederlandse gemeenten willen zo veel mogelijk dierenleed voorkomen.
B Eigenaren moeten de mogelijkheid hebben om een dier terug te kunnen
 brengen naar de winkel.
C In bouwmarkten mogen geen huisdieren meer verkocht worden.
D Gemeenten willen een verplichte bedenktijd bij het aanschaffen van een
 huisdier.

Slide 22 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide