4M1: H3- 3.6

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Programma

• Magister
• Planning/toetsweek
• 3.6 Hoeken in vlakke figuren
• Opgaven maken

Programma

Magister

Magister

Planning/toetsweek

• Deze week 2 lessen:           3.6 + 3.7
• Volgende week 1 les:          herhaling

Toetsweek:                            

PTA  H2 + H3
PTA  PO wiskundedag (vrijdag 11/11)

                                                                         

Wiskundedag

  Nodig voor PO wiskundedag (vrijdag 11/11):

• meenemen/regelen laptop en de ander een iPad
• rekenmachine
• pen en papier

                                                                         

Je werkt in tweetallen

van 9.00-15.00 uur.

3.6 Hoeken in vlakke figuren

leerdoelen:

berekenen van hoeken door:

• de eigenschappen van driehoeken 
• en door symmetrie

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Berekenen hoek via 

eigenschap driehoek

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek I?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek I?

3 hoeken zijn samen 180 graden

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek I?

3 hoeken zijn samen 180 graden

∠I=180−70−30=80°

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek A?

A

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek A?

A

Gelijkzijdige driehoek: 

alle zijden even groot én alle hoeken even groot 

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek A?

∠A=​3​​180​​=60°

A

Gelijkzijdige driehoek: 

alle zijden even groot én alle hoeken even groot 

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Welke hoeken zijn even groot?

A

B

C

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Welke hoeken zijn even groot?

A

Gelijkbenige driehoek:

2 zijden even groot én 

2 hoeken even groot

B

C

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Welke hoeken zijn even groot?

∠B=∠C

A

B

C

Gelijkbenige driehoek:

2 zijden even groot én 

2 hoeken even groot

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek A?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek A?

Rechthoekige driehoek: 1 hoek van 90 graden

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is hoek A?

∠A=90°

Rechthoekige driehoek: 1 hoek van 90 graden

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is elke hoek bij een deellijn?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Hoe groot is elke hoek bij een deellijn?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Een deellijn

deelt de hoek in 2

  even grote hoeken

Hoe groot is elke hoek bij een deellijn?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

∠=​2​​64​​=32°

Een deellijn

deelt de hoek in 2

  even grote hoeken

Hoe groot is elke hoek bij een deellijn?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Bereken, dus niet meten!

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Start met wat je wél 

kan uitrekenen

Bereken, dus niet meten!

3.6 Hoeken in vlakke figuren

∠B2=180−36−42=102°

Start met wat je wél 

kan uitrekenen

Bereken, dus niet meten!

3.6 Hoeken in vlakke figuren

∠B2=180−36−42=102°

∠B1=180−102=78°

Start met wat je wél 

kan uitrekenen

Bereken, dus niet meten!

3.6 Hoeken in vlakke figuren

∠B2=180−36−42=102°

∠B1=180−102=78°

Start met wat je wél 

kan uitrekenen

∠B1=∠A=78°

Bereken, dus niet meten!

3.6 Hoeken in vlakke figuren

∠B2=180−36−42=102°

∠B1=180−102=78°

Start met wat je wél 

kan uitrekenen

∠B1=∠A=78°

∠D2=180−78−78=24°

Bereken, dus niet meten!

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Via symmetrie zien 

welke hoeken even groot zijn

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Lijnsymmetrie

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Lijnsymmetrie

∠B=∠C

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Draaisymmetrie

3.6 Hoeken in vlakke figuren

schuifsymmetrie

3.6 Hoeken in vlakke figuren

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Wat zie je meteen en wat kan je daarna uitrekenen?

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Wat zie je meteen en wat kan je daarna uitrekenen?

∠A+∠C

->

∠B

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Wat zie je meteen en wat kan je daarna uitrekenen?

∠A

->

∠D1

∠A+∠C

->

∠B

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Wat zie je meteen en wat kan je daarna uitrekenen?

∠A

->

∠D1

∠A+∠C

->

∠B

∠B

->

∠E1

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Wat zie je meteen en wat kan je daarna uitrekenen?

∠A

->

∠D1

∠D2

∠D1

->

∠A+∠C

->

∠B

∠B

->

∠E1

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Wat zie je meteen en wat kan je daarna uitrekenen?

∠A

->

∠D1

->

∠D2

∠D1

->

∠E1

∠A+∠C

->

∠B

∠B

->

∠E1

∠E2

3.6 Hoeken in vlakke figuren

Begrijp welke hoek ze bedoelen!

Opgaven maken

3.6: testopgave + 60,61,62,65,66,67,68,69 

Woensdag 26/10 

t/m opgave 69 (3.6) af