Present Simple Should Shouldn't 1M unit 6

1 M 2
and Should / Shouldn't
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1 M 2
and Should / Shouldn't

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is in deze zin het werkwoord?

Jane walks to school.
A
Jane
B
walks
C
to
D
school

Slide 3 - Quizvraag

En in deze zin?

My friends and I walk to school.
A
My friends and I
B
walk
C
to
D
school

Slide 4 - Quizvraag

Wat was het verschil tussen het werkwoord in zin 1 en zin 2?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

PRRRRRACTICE!!

Slide 8 - Tekstslide

Wat geef je aan met de
Present Simple?
A
Gewoonten
B
Feiten
C
Dingen die regelmatig gebeuren
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 9 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

Mike ___ football every Saturday.
A
play
B
plays

Slide 10 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?
We often ___ about our holiday.
A
talk
B
talks

Slide 11 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?
I never ___ this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 12 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

They ___ us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 13 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

Jane ___ to school every day.
A
cycle
B
cycles

Slide 14 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?
Every year my dad ___ the
Christmas lights.
A
fix
B
fixes

Slide 15 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

The baby ___ all day long.
A
crys
B
cries

Slide 16 - Quizvraag

 Sleep de woorden naar het juiste vak

Kijk naar de onderstaande woorden. Welke horen bij de present simple en welke bij de present continuous?
Present Simple
Present Continuous
Right now
Today
Never
This moment
Often
Every week

Slide 17 - Sleepvraag

Wat hoort er bij de present simple vs. present continuous?
Present simple
Present continuous
Gewoontes/ regelmaat
Op het moment bezig
Tijdelijke situaties (dus anders dan normaal gesproken)
feiten 
'aan het' kan in de vertaling staan

Slide 18 - Sleepvraag

Present Simple
Present Simple
Present Simple
Present Continuous
Present Continuous
Present Simple
Present Simple
I'm running
want
tell
takes
say
there's
holding

Slide 19 - Sleepvraag

Typ 2 dingen die je vandaag hebt geleerd over de Present Simple.

Slide 20 - Open vraag

Wat snap je nog niet goed?
Heb je nog een vraag?

Slide 21 - Open vraag

Extra oefenen met 
de Present Simple?



Slide 22 - Tekstslide

SHOULD AND SHOULDN'T

Slide 23 - Tekstslide

Should/Shouldn't 
Should/Shouldn't = Zou moeten, zou niet moeten

We gebruiken should/shouldn't + het hele werkwoord zonder 'to'  om een advies te geven. 

Slide 24 - Tekstslide

Should/ shouldn't + hele ww
  • I should work out more often.
  • You shouldn't stay up late. 





Slide 25 - Tekstslide

Use should or shouldn’t.

He looks pale. He_____ get some rest.
A
should
B
shouldn't

Slide 26 - Quizvraag

You ............. drink so much coffee, it's bad for your blood pressure.
The government ....... help people, there are so many homeless people. 
Where ...... I park my car?
He ....... study more if he wants to pass his exam. 
shouldn't
should

Slide 27 - Sleepvraag

11. Sleep de juiste vertaling bij de zin. 

Let op! Er is 1 extra zin...
Ik moet niet te laat thuis komen.
How can I help you?
What should I do with the rice?
Be careful!
Thanks for calling.
Wees voorzichtig!
Wat moet ik doen met de rijst?
Bedankt voor uw telefoontje.
I shouldn't be late home.
Wat kan ik voor u doen?
Start without me

Slide 28 - Sleepvraag

Use should or shouldn’t.

It's an incredible film. You _____ watch it.
A
should
B
shouldn't

Slide 29 - Quizvraag

Use should or shouldn’t.

The kids _____ spend that much time in front of the TV.
A
should
B
shouldn't

Slide 30 - Quizvraag

Use should or shouldn’t and the verb in brackets.

She _____ (buy) those shoes. They're horrible.
A
should buy
B
shouldn't buy

Slide 31 - Quizvraag

I understand how to use:
Should and Shouldn't
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hoe heten de jongens op de foto?
A
Stanley en Ten
B
Zero en Stanley
C
Steward en Stanley
D
Zero en Steward

Slide 35 - Quizvraag

How many holes did each camper have to dig every week?
A
1
B
5
C
7
D
10

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Wat zag je op de twee foto's?

A
Werkende mannen die waterleidingen aanleggen
B
Jongens die dingen moeten begraven
C
Jongens die gaten moeten graven
D
Mannen die gaten graven om te ontsnappen

Slide 38 - Quizvraag

Waar gaat Stanley naartoe?

Slide 39 - Open vraag

Let's continue to watch the movie...

Slide 40 - Tekstslide