6.2

Welkom 4 mavo
6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Pincode
Economie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4 mavo
6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Pincode
Economie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Terugblik
- Huiswerk
- Leerdoelen
- Theorie
- Aan de slag
- Afsluiter

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Waarom wordt loonheffing ingehouden?
Uit welke posten bestaat Box 1 ?
Welke aftrekposten zijn er?

Wat is de formule om Belastbaar inkomen te berekenen?

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 6.1 : 
3, 5, 7, 8 en 9 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze presentatie leer je:
  • hoe je in box 1 de belasting berekent met behulp van het schijventarief
  • dat we in Nederland een progressief belastingtarief hebben
  • hoe je de vermogensrendementsheffing berekent
  • wat de heffingskorting is

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende tarieven
Over je belastbaar inkomen ( Loon, bijtelling en forfait) ga je de inkomstenbelasting berekenen met het schijventarief.

Voor Box 1 = 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Stel, je hebt een belastbaar inkomen van box 1 = € 71.508 

Schijf 1 = 68508 : 100 X 37,1 = €25.416 (Afronden jouw voordeel!)
Schijf 2 = 71.508-68508 = € 3000,-
3000: 100 X 49,5 = €1485,-

Belasting box 1 = Schijf 1 + 2 =€ 26901

Slide 7 - Tekstslide

Iedereen evenveel betalen?!
Progressief belastingtarief
Schijf 2 Hoger % dan Schijf 1

Degressief belastingtarief
Meer inkomen, minder belasting betalen

Proportioneel tarief 
Iedereen betaalt hetzelfde percentage belasting


Slide 8 - Tekstslide

Box 3
= Vermogen is je bezit van je spaargeld, beleggingen en 2e woning.
Deze belasting wordt ook wel genoemd:
- Vermogensrendementsheffing of belasting over het vermogen

1. De eerste 50.000 euro betaal je geen belasting, is heffingsvrij vermogen
2. Daarna wordt er een fictief rendement berekent=  1,9% van belastbaar vermogen.
3.  Over je fictief vermogen (1,9%) betaal je 31% belasting! 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Minder belasting
Nadat je de belasting in box 1 en 3 berekend hebt, mag je daarvan de heffingskorting aftrekken. Dat is een korting op de inkomstenbelasting.


Na aftrek van de heffingskorting blijft het bedrag over dat je aan belasting moet betalen.
Er zijn verschillende heffingskortingen, bijvoorbeeld:
  • de algemene heffingskorting (voor iedereen)
  • de arbeidskorting (voor werkenden).



Slide 11 - Tekstslide

Rekenen
.
.
.

Heb je geen loonheffing betaald? Dan betaal je het hele bedrag aan de Belastingdienst.

Is er loonheffing op je loon ingehouden? Dan betaal je alleen het verschil aan de Belastingdienst. Of je krijgt het verschil terug.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Ga aan de slag met de opdrachten van 6.2
Zelfstandig aan de slag
Klaar? Herhalingsopdrachten van 6.1+6.2
Hulp? Ik loop rond, lees de tekstbronnen
Laatste 5 minuten afsluiter

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiter
- Hoe bereken je de belasting in Box 1? 

- Wat voor belastingtarief hebben wij in NL? Progressief of Degressief

- Hoe bereken je de belasting in Box 3? 
- Wat is heffingskorting?

Slide 14 - Tekstslide