Bron 9 De Britse filosoof Mill schreef in 1859:
Het enig doel waartoe macht rechtmatig kan worden uitgeoefend over een lid van een beschaafde gemeenschap, tegen zijn wil, ligt erin om schade aan anderen te voorkomen. Zijn eigen heil, hetzij lichamelijk, hetzij moreel, is niet een ontoereikende waarborg. (...) Dit zijn weliswaar goede redenen om het met hem oneens te zijn, of om met hem te discussiëren, of om hem te overtuigen, of hem te smeken, maar niet om hem te dwingen, of om hem enig kwaad op te leggen in het geval hij op een andere manier handelt. (...) Over zichzelf en over zijn eigen lichaam en geest heerst het individu.