Passé composé en les mots Bron E en néerlandais

Leçon aujourd'hui 
  1. Vérifier les devoirs  (het huiswerk nakijken)
  2. Le contrôle Bron E. (overhoring Bron E naar het Frans. 
  3. Regarde le film Bron E. (kijk naar de film Bron E)
  4. Fais l'exercices Bron E (maak de oefeningen Bron E.
  5. Les devoirs pour jeudi (het huiswerk voor donderdag Bron E naar het Frans)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leçon aujourd'hui 
  1. Vérifier les devoirs  (het huiswerk nakijken)
  2. Le contrôle Bron E. (overhoring Bron E naar het Frans. 
  3. Regarde le film Bron E. (kijk naar de film Bron E)
  4. Fais l'exercices Bron E (maak de oefeningen Bron E.
  5. Les devoirs pour jeudi (het huiswerk voor donderdag Bron E naar het Frans)

Slide 1 - Tekstslide

Le passé composé 
Exercice 1. Complète. Vul in.

1. J’ai (heb) (gegeten) mangé dans un restaurant.
2. Marco et Paul (hebben) ont (geluisterd) écouté les chanson.
3. Maria (heeft) a (gegeven) donné  Un cadeau.
4. Tu (hebt) as (gewerkt)travaillé beaucoup.

Slide 2 - Tekstslide

Exercice 2. Traduis 
1. J'ai regardé un film avec mes copains. 
2.Ils ont acheté un nouveau portable
3. les filles ont été en Italie.
4. J'ai travaillé bien
5. Le garçon a voyagé .
6. Tu as passé de bonnes vacances.
7. La famille a joué des jeux.

Slide 3 - Tekstslide

Zet de zinne in de passé composé:
1. Il nage

Slide 4 - Open vraag


2. ils jouent au football

Slide 5 - Open vraag


3. La famille visite la tour eiffel

Slide 6 - Open vraag

Grammaire 

Slide 7 - Tekstslide


4. nous avons du beau temps

Slide 8 - Open vraag


5. Ma mère voyage 

Slide 9 - Open vraag


6. Je fais la nourriture

Slide 10 - Open vraag


7. Mon père et ma soeur sont à l'hôpital 

Slide 11 - Open vraag


8. Je suis en Espagne

Slide 12 - Open vraag


9. Nous sommes dans un hôtel

Slide 13 - Open vraag


10. Nous avons mauvais temps

Slide 14 - Open vraag

magnifique
nul/nulle
trop
je veux 
allemand
te veel
geweldig 
Duits 
ik wil 
waardeloos

Slide 15 - Sleepvraag

La gare
A
het station
B
het vliegveld
C
de metro
D
de bus

Slide 16 - Quizvraag

arrêter
A
doorgaan
B
verboden
C
stoppen
D
vertrekken

Slide 17 - Quizvraag

la dispute
A
de miscommunicatie
B
de ruzie
C
de dispuut
D
het ongeluk

Slide 18 - Quizvraag

fatigué(e)
A
vermoeiend
B
intens
C
ziek
D
moe

Slide 19 - Quizvraag

C'était comment ?
A
Hoe is het?
B
Hoe was het ?
C
Hoe is dat gweest?
D
Hoe gaat het met je?

Slide 20 - Quizvraag

C'était génial
A
Het was geweldig!
B
Het was mooi weer!
C
Het was prima!
D
Het was niet zo!

Slide 21 - Quizvraag

Tu as parlé anglais?
A
Heb ik Engels gesproken?
B
Heb jij gesproken?
C
Heb jij veel Engels gesproken?
D
Heb jij Engels gesproken?

Slide 22 - Quizvraag

Oui, j'ai parlé français
A
ja, ik heb alleen maar Frans gesproken
B
Ja, ik heb Engels gesproken
C
Ja, ik heb Frans gesproken
D
Ja, ik heb Engels gesproken

Slide 23 - Quizvraag