In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling H4
Nieuw Nederlands hoofdstuk 4
Voltooide en onvoltooide deelwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Voltooid / onvoltooid deelwoord
Julia heeft gekampeerd.
Hij reist zeilend de wereld over.
Hij is naar Frankrijk gevolgen.
Vrolijk lachend fietste mijn oma naar huis.
Slide 2 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Julia heeft gekampeerd
stam = kampe(e)r
r = niet in het sexy fokschaap
verleden en voltooide tijd = d
gekampeerd
Slide 3 - Tekstslide
Onvoltooid deelwoord
Hij reist zeilend de wereld over.
infinitief (hele werkwoord) + d
hele ww = zeilen
+ d = zeilend
De handeling is nog niet klaar, hij is nog aan het zeilen.
Slide 4 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt vaak op …
A
-d
B
-en
C
-t
Slide 5 - Quizvraag
Mieke had haar beste vriendin een ijsje […] (beloven).
A
belooft
B
beloofd
C
beloven
D
beloofde
Slide 6 - Quizvraag
Vorige week vrijdag heeft de gymleraar ons weer eens […] (matsen).
A
gematst
B
gematsd
C
gematsen
D
gematsde
Slide 7 - Quizvraag
De aardappelen worden na het avondeten […] (rooien).
A
gerooit
B
gerooide
C
gerooidt
D
gerooid
Slide 8 - Quizvraag
De leerlingen liepen al […] (praten) het klaslokaal in.
A
pratent
B
praten
C
gepraat
D
pratend
Slide 9 - Quizvraag
[…] (Peinzen) keek de vrouw uit over de oceaan.
A
Peinzend
B
Gepeinsd
C
Peinzende
D
Peinzent
Slide 10 - Quizvraag
Onze lerares Frans gaat […] (zingen) door het leven.
A
gezongen
B
zingent
C
zingend
D
zongen
Slide 11 - Quizvraag
Gelukkig wordt Nederland bestuurd door eerlijke politici. bestuurd =
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)
C
pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
D
od (onvoltooid deelwoord)
Slide 12 - Quizvraag
Elke eerste vrijdag van de maand vertelt de docent Nederlands een spannend verhaal. vertelt =
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)
C
pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
D
od (onvoltooid deelwoord)
Slide 13 - Quizvraag
Door de hevige sneeuwval was het verkeer in het hele land danig ontregeld. ontregeld =
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)
C
pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
D
od (onvoltooid deelwoord)
Slide 14 - Quizvraag
Het is maar goed dat zoiets verschrikkelijks niet dagelijks gebeurt. gebeurt =
A
pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
B
vd (voltooid deelwoord)
C
pvvt (persoonsvorm verleden tijd)
D
od (onvoltooid deelwoord)
Slide 15 - Quizvraag
Gemeenste Westervoort heeft oordopjes aan alle jongeren, die hun zestiende verjaardag vieren, verstrekt. Eerder werden in Groenlo en Lichtenvoorde tijdens de kermissen oordopjes voor 4,50 euro aangebode. Maar ze werden amper verkocht. Welk werkwoord is fout gespeld?
Slide 16 - Open vraag
‘We hebben twee jaar achter elkaar aandacht besteedt aan gehoorschadepreventie, maar de effecten op bewustwording bij zowel jongeren als ouderen was beperkt’, constateerde de wethouder. Maar daar begint het wel bij, bij die bewustwording. Welk werkwoord is fout gespeld?
Slide 17 - Open vraag
Voor een evenement als de Zwarte Cross zijn er afspraken in een overeenkomst vastgelegt met betrekking tot geluidslimieten, geluidsmeting en gehoorbescherming. Maar die overeenkomst geldt niet voor kleinere evenementen of het bezoeken van een disco. Welk werkwoord is fout gespeld?
Slide 18 - Open vraag
Huiswerk
Leren: hoofdstuk 5 blz. 156
Maken deeltoets hoofdstuk 5 (bijlage in Magister, zie huiswerk van morgen)