STARTREKENEN VO 2F - H7: verhoudingen les 4

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoelen vorige lessen:

Aan het einde van de les:

• Kun je een verhouding als breuk opschrijven. 
• Kun je met een verhouding uitrekenen welke hoeveelheid bij een deel hoort.
• Kun je met een verhouding het totaal berekenen. 
• Kun je een verhouding vereenvoudigen; 
• Kun je het totaal van een verhouding uitrekenen
  

Leerdoelen deze les

Aan het einde van de les: 

• Kun je een verhaaltjessom uitrekenen aan de hand van een verhoudingstabel. 

Hoe zat het ook alweer? blz. 155

Een verhouding geeft een verband aan tussen 2 of meer getallen. Je kunt een verhouding tegenkomen bij  hoeveelheden, prijzen en aantallen. 

Bijvoorbeeld: je koopt 2 croissants voor 1,20. 

Dit is een verhouding tussen het aantal croissants en de prijs. 

Je kunt deze verhouding gebruiken om de prijs van bijvoorbeeld 10 croissants uit te rekenen. 

1,20
2	10

7.1 Verkleinen en vergroten blz. 156

Je kan een verhouding verkleinen en vergroten. Je deelt beide getallen door hetzelfde getal. 

Bijvoorbeeld: 2 bioscoopkaartjes kosten 18 euro 

Hoeveel kosten 5 bioscoopkaartjes? 

€18	€9	€45
2	1	5

7.1 De verhoudingstabel blz.157

Je kan een verhoudingstabel gebruiken om een verhouding te kunnen uitrekenen. Wat je aan de bovenkant doet, moet je ook aan de onderkant doen. 

Bijvoorbeeld:                                                                       :2                  x3

                                                                                                    

                                                                                                   :2                   x3

gewicht	2 kg	1 kg	3 kg
prijs	2,80	1, 40	????

7.2 Verhoudingen en breuken 

blz. 161

Je kan een verhouding ook als breuk opschrijven. 

Bijvoorbeeld: 1 van de 4 bolletjes ijs is bruin 

              

 

​4​​1​​

7.3 verhoudingen vereenvoudigen 

Blz. 169

Je kunt een verhouding vereenvoudigen. Je verkleint de getallen in de verhouding dan zo ver mogelijk. 

Voorbeeld: 4 op de 10 Nederlanders wonen in een huurhuis

Vereenvoudig deze verhouding zo ver mogelijk...

Voorbeeld 

Stap 1: Schrijf de verhouding op als breuk

Stap 2: vereenvoudig de breuk               :2  =  

Stap 3: Schrijf de breuk op als verhouding: 2 op de 5 Nederlanders wonen in een huurhuis.         

​10​​4​​

​10​​4​​

​5​​2​​

Aan de slag!

Bespreken van de werkbladen. Klassikaal werkblad 1 maken.

Maak dan werkblad 2, 3, 4 en 5. 

Sidney en Jennifer (maak werkblad 6 en 7). 

Moeite met studiemeter?? Oefen dan online in studiemeter het domein verhoudingen en vraag om hulp/uitleg.

Leerdoelen deze les:

Aan het einde van de les:

• Kun je een verhaaltjessom uitrekenen aan de hand van een verhoudingstabel. 

Huiswerk af op 27-01-2021

Maak de werkbladen af die je in de les niet af hebt afgekregen. 

Inleveren uiterlijk op 27-01. 

Startrekenen online (Studiemeter) maken oefeningen: 

• Verhoudingen vereenvoudigen 
• Deel van het totaal berekenen
• Van deel naar totaal 

Sidney: instaptoets afmaken