Samenvatten + Hoofdgedachte + Betrouwbaarheid van informatie

 Samenvatten + Hoofdgedachte + Betrouwbaarheid van informatie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Samenvatten + Hoofdgedachte + Betrouwbaarheid van informatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kan een tekst samenvatten.
  • Je kan de hoofdgedachte van een tekst verwoorden.
  • Je kan een tekst beoordelen op betrouwbaarheid.

Slide 2 - Tekstslide

Online materiaal
Maak account aan op www.studiemeter.nl

Gebruik Entree
Vul de volgende code in:
devi-nede-0061

Nu kan je de fragmenten bekijken en beluisteren die in je Werkboek staan.

Slide 3 - Tekstslide

Sommige van jullie hebben ook toegang tot Starttaal Compact Online. Dat staat op dan op de achterkant van het boek of je hebt hier een code voor ontvangen. (Hiervoor moet je extra betalen en dit materiaal is niet strikt noodzakelijk.) Hiermee kan je extra oefenmateriaal maken. 

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatten
In een samenvatting moeten de belangrijkste zinnen van de tekst (kernzinnen). Vaak zijn de belangrijkste zinnen de eerste of laatste zin van de alinea (soms de tweede zin). 

Niet in een samenvatting:
dingen die je kan weglaten zonder dat de tekst onbegrijpelijk wordt
onbelangrijke voorbeelden
onbelangrijke gegevens

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zie: p. 35 van Handboek

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdgedachte: De kortst mogelijke samenvatting van een tekst.
= Het belangrijkste van de tekst in een of twee zinnen.
= Het belangrijkste wat de schrijver met zijn publiek wil communiceren. 

Slide 8 - Tekstslide

tekstdoel
hoofdgedachte 
voorbeeld
overtuigen/
overhalen
bevat een mening
De overheid moet meer doen om klimaatverandering tegen te gaan. (overtuigen)/
Word lid van het Wereldnatuurfonds! (overhalen)
informeren
is neutraal 
De afgelopen tien jaar heeft de overheid volgens experts te weinig aan klimaatverandering gedaan.
instrueren
-
-

Slide 9 - Tekstslide

Tekstdoel: informeren

Tekstsoort: nieuwsbericht
Hoofdgedachte: Er zijn zes gevonden gevallen bij een auto-ongeluk op de A12.


Slide 10 - Tekstslide

Tekstdoel: overtuigen

Tekstsoort: ingezonden brief
Hoofdgedachte: Het kabinet moet meer doen tegen stinkende uitlaatgassen van auto's en scooters.


Slide 11 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste tekstdoel van de volgende tekst?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst op de vorige slide?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het belangrijkste tekstdoel van deze tekst?
A
overtuigen/overhalen
B
informeren
C
instrueren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van de volgende tekst?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst op de vorige slide?
A
Breng je Dekamarkttas terug naar de winkel, want hij heeft de verkeerde kleur.
B
Dekamarkt doet te weinig aan het stimuleren van de verkoop van plantaardig voedsel.
C
Ga allemaal naar de site van Wakker Dier!
D
Dekamarkt is goed om weg om duurzamere producten te verkopen, maar doet nog niet genoeg.

Slide 18 - Quizvraag

Welke uitspraak is NIET juist?
A
De schrijver zet de lezer op het verkeerde spoor.
B
De schrijver van de tekst overdrijft.
C
Het tekstdoel van deze tekst is overhalen/overtuigen.
D
De tekst heeft een andere tekstsoort en een ander publiek dan je in eerste instantie zou denken.

Slide 19 - Quizvraag

Betrouwbaarheid:
- vindplaats (publicatie)
- belang van de auteur 
- eenzijdige info?
- tekstdoel (informeren, overtuigen, overhalen, amuseren)
- deskundigheid van de auteur
- actualiteit 
-het (juist) gebruik van bronnen
-kwaliteit van de tekst (spelfouten of niet?)

Slide 20 - Tekstslide

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
 Nieuwsberichten op www.nu.nl.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 21 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?

Een bericht op een Juicekanaal
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar

Slide 22 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
'Nieuws'artikel van 
De Speld: 
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 23 - Quizvraag

Betrouwbaar of niet betrouwbaar?

Reclame voor trilplaattrainer op www.telsell.com
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer is een auteur betrouwbaar?
Wanneer is een auteur betrouwbaar?
A
als hij deskundig en onpartijdig is
B
als hij partijdig is
C
als hij zijn mening geeft
D
als hij onbetrouwbare bronnen gebruikt

Slide 25 - Quizvraag

Je wil een onderzoek doen over het gebruik van mobiele telefoons op middelbare scholen. Je vindt een artikel
uit 2008 uit de Volkskrant over het gebruik van mobiele telefoons. Wat kan voor de betrouwbaarheid een probleem zijn?
A
vindplaats
B
belang auteur
C
deskundigheid auteur
D
actualiteit

Slide 26 - Quizvraag

Je twijfelt om je te vaccineren voor baarmoederhalskanker. Je leest in een Facebookpost over de risico's van dit vaccin. Wat kan voor de betrouwbaarheid een probleem zijn?
A
vindplaats
B
belang auteur
C
deskundigheid auteur
D
actualiteit

Slide 27 - Quizvraag

Je wil een goede proteïneshake kopen. Je vindt een blog van een personal trainer over de voordelen van proteïneshakes die via zijn website verkrijgbaar zijn. Wat kan voor de betrouwbaarheid een probleem zijn?
A
vindplaats
B
belang auteur
C
deskundigheid auteur
D
actualiteit

Slide 28 - Quizvraag

Een docent Nederlands schrijft een tekst over het niveau van de toetsen wiskunde. Wat kan voor de betrouwbaarheid een probleem zijn?
A
vindplaats
B
belang auteur
C
deskundigheid auteur
D
actualiteit

Slide 29 - Quizvraag

Je wilt op reis gaan naar Mexico. Je vindt een tweedehands reisgids uit 2001. Wat kan voor de betrouwbaarheid een probleem zijn?
A
vindplaats
B
belang auteur
C
deskundigheid auteur
D
actualiteit

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk
Taak 2 (Intensief lezen):
Opdracht 5 (p. 21 t/m 35) Sla het markeren en schrijven van de sleutelwoorden over.  Onderstreep in plaats daarvan de belangrijkste zinnen uit de tekst
Opdracht 6 (p. 43 t/m 36).
Opdracht 8 (p. 38 t/m 40)  Sla het markeren en schrijven van de sleutelwoorden over. Onderstreep in plaats daarvan de belangrijkste zinnen uit de tekst.
Taak 4 (Zoekend lezen)
Opdracht 3 (p. 55 t/m 59)
Opdracht 4 (p. 59 t/m 60)  Extra oefenen? Rood ook maken



Slide 36 - Tekstslide