Bevoegdheden politie en de berechting

Strafrecht 
4: De rechtszaak 


  • Je kunt de verschillende stappen van een rechtszaak onderscheiden
  • Je kunt benoemen wie welke taak heeft in een rechtszaak
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Strafrecht 
4: De rechtszaak 


  • Je kunt de verschillende stappen van een rechtszaak onderscheiden
  • Je kunt benoemen wie welke taak heeft in een rechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het strafproces 
Aanhouding
Politie 
Opsporing
Officier van justitie & politie
Vervolging
Openbaar ministerie
Berechting
Rechter
Hoger beroep/ cassatie
Gerechtshof/ de hoge raad 
Uitvoering van de straf
Ministerie van rechtsbescherming

Slide 5 - Tekstslide

H4: De rechtszaak

Slide 6 - Tekstslide

Eerlijk proces
Vervolgen? De verdachte krijgt dan een dagvaarding.

Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen. 
In de dagvaarding staat: 
  • het feit waarvan je verdacht wordt.
  • het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Slide 7 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier

Slide 8 - Tekstslide

Wie zit waar? 
1. Rechter – 2. griffier – 3. verdachte – 4. advocaat – 5. officier van justitie- 6. slachtoffer – 7. getuige – 8. parketpolitie – 9. bode – 10. pers

Slide 9 - Tekstslide

7 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                              
2: Tenlastelegging (aanklacht)    -ovj                          
3: Onderzoek         
4: Requisitoir       
5: Pleidooi              
6: Laatste woord verdachte    
7. Vonnis                       

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Aan de slag 
Lees en vat paragraaf 4 zelfstandig samen 
Let op: rol van ovj, bevoegdheden politie, rechtszaak

Slide 13 - Tekstslide