Europa - 7.1A economie steeds internationaler

Europa - 7.1A economie steeds internationaler
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Europa - 7.1A economie steeds internationaler

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Noem een Nederlands exportproduct

Slide 3 - Woordweb

Noem een product dat Nederland importeert.

Slide 4 - Woordweb

Nederland handelt...
Export: (Landbouw)machines, bloemen, vlees, chemicaliën, computerchips, zeilboten. 


Import: Koffie, olie, auto’s, tropisch fruit.

Slide 5 - Tekstslide

Arbeidsmigratie
De trek naar een ander land om daar te gaan werken heet arbeidsmigratie.

Door de toetreding van een aantal Oost-Europese landen tot de Europese Unie (EU) zijn er veel arbeiders uit die landen naar het Westen getrokken. 

Hierdoor stijgt het welvaartsniveau van de Polen en ook de familieleden in 
Polen profite­ren mee van de gestegen welvaart, ook voor de Nederlandse welvaart is dit nuttig. 


Slide 6 - Tekstslide

Noem een voordeel van arbeidsmigratie voor de Nederlandse economie.

Slide 7 - Woordweb

Helaas..
Er zijn ook nadelige gevolgen voor de economische groei in het land van herkomst van de arbeidsmigrant;

Goed opgeleide arbeiders verlaten het land en kunnen niet bijdragen aan de welvaart van dat land.


Slide 8 - Tekstslide

7.1B Oorzaken internationale handel


Waarom produceert Nederland niet zelf sinaasappels en sportschoenen?

Slide 9 - Tekstslide

OPEN OF GESLOTEN ECONOMIE

De mate waarin een land handelt met het buitenland zegt wat over de ‘openheid’ of ‘geslotenheid’ van een economie. 


Open economie   
🡪 veel handel met het buitenland vb Nederland

Gesloten economie  
🡪 weinig (of geen) handel met het buitenland vb Noord Korea

Slide 10 - Tekstslide

Nederland heeft een erg open economie
Globalisering

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Open of gesloten economie?

Kies in onderstaande tekst de juiste woorden.
Nederland heeft een ...1... (gesloten/open) economie, want ons land heeft naar verhouding ...2... (veel/weinig) import en export.
...1...
...2...
gesloten
open
veel
weinig

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is een "open economie"?
A
De grenzen tussen alle landen staan open
B
In een open economie mag en kan alles
C
Een land dat veel in- en uitvoert

Slide 14 - Quizvraag

Veel of weinig internationale handel?
Open economie: Een land met relatief veel export en import (Nederland, Scandinavische landen)
Gesloten economie: Een land met relatief weinig export en import  (Rusland of Noord-Korea).

Exportquote: (Exportwaarde : bbp) x 100%
Importquote: (Importwaarde : bbp) x 100%


Slide 15 - Tekstslide

Veel of weinig internationale handel?
Open economie: Een land met relatief veel export en import (Nederland, Scandinavische landen)
Gesloten economie: Een land met relatief weinig export en import  (Rusland of Noord-Korea).

Exportquote: (Exportwaarde : bbp) x 100%
Importquote: (Importwaarde : bbp) x 100%

1. Bereken de exportquote in 2018 in 2 decimalen.
2. Bereken de importquote in 2020 in 1 decimaal.
3. Over welk land gaat het hier, gaat het om Nederland of Rusland?

Slide 16 - Tekstslide

Veel of weinig internationale handel?
Exportquote: (Exportwaarde : bbp) x 100%
Importquote: (Importwaarde : bbp) x 100%

1. Bereken de exportquote in 2018 in 2 decimalen.
(450,25mld : 780,95mld) x 100% = 57,65%
2. Bereken de importquote in 2020 in 1 decimaal.
(460,80mld : 820,35mld) x 100% = 56,2%
3. Over welk land gaat het hier, gaat het om Nederland of Rusland?
Beide landen niet, Nederland scoort rond de 80% en Rusland veel lager dan ~55%

Slide 17 - Tekstslide

En nu: aan de slag!
Maak 7.1A en 7.1B 1t/m3

Slide 18 - Tekstslide