herhalen voor M7
1 / 32
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Sleep de naam en de functie naar het juiste deel van de onderste draad.
koper
kunststof
geleider
isolator
Slide 5 - Sleepvraag
Sleep de juiste schakeling naar de juiste afbeelding.
serie
parallel
gemengd
Slide 6 - Sleepvraag
Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld als er teveel apparaten zijn aangesloten noem je:
.............................
.............................
Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld als de stroom niet door het apparaat gaat, maar weer rechtstreekst terug kan naar de spanningsbron noem je:
................................
overbelasting
kortsluiting
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
brand door
meet het stroonverbruik
ander woord voor zekering
heet worden en smelten
hier wordt de stroom verdeeld
3. de meterkast
2. het doorbranden
1. de stop
4. de elektriciteitsmeter
5. de zekering
Slide 9 - Sleepvraag
Waarom kunnen vogels dit wel?
A
Veren zijn een goede isolator.
B
Omdat ze de grond niet raken is er geen gesloten stroomkring.
C
Vogels zijn anders gebouwd, ze kunnen er goed tegen.
D
Hoog in de lucht is de spanning minder.
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke schakeling of schakelingen is er kortsluiting?
A
Alleen A
B
A, D en E
C
D en E
D
A,B, D en E
Slide 11 - Quizvraag
In een serieschakeling worden 2 lampjes gebruikt. Door de stroomkring gaat een stroom van 3. Hoe groot is de stroomsterkte van lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
3 Ampère
D
6 Ampère
Slide 12 - Quizvraag
Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in de meterkast.
Zekering
Aardlekschakelaar
kWh-meter
groepenkast
Slide 13 - Sleepvraag
Kortsluiting, overbelasting of lekstroom?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
C
lekstroom
Slide 14 - Quizvraag
In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid.
Een ding beschermt jou voor het geval je onder stroom kan komen te staan omdat er een beschadiging in de stroomkring zit. Wat is de naam van dat ding
Een ding beschermt jou voor het geval je onder stroom kan komen te staan omdat er een beschadiging in de stroomkring zit. Wat is de naam van dat ding
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter
Slide 15 - Quizvraag
Een aardlekschakelaar zorgt ervoor dat er geen ......... ontstaat
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
Brand
D
lekstroom
Slide 16 - Quizvraag
welke kleur heeft de draad voor de randaarde?
A
bruin
B
blauw
C
zwart
D
geel/groen
Slide 17 - Quizvraag
Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom
Slide 18 - Quizvraag
Wat is kortsluiting?
A
Te veel stroom op een stroomkring
B
Een beschadiging inde stroomkring zodat de stroom een kortere weg kiest
C
stroom voor kleinere apparaten
D
als je een tekort snoertje wilt gebruiken
Slide 19 - Quizvraag
In het huis van de familie Bosland zijn de installatie en de
apparaten beveiligd met randaarde en zekeringen.
Ook een losse contactdoos heeft randaarde.
Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?
apparaten beveiligd met randaarde en zekeringen.
Ook een losse contactdoos heeft randaarde.
Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?
A
aansluiting 1
B
aansluiting 2
C
aansluiting 3
Slide 20 - Quizvraag
Randaarde voorkomt
A
kortsluiting
B
gevaarlijke spanning op het omhulsel van een apparaat
C
stroom die naar aarde loopt
D
dat je een schok krijgt als je iets in het stropcontact steekt
Slide 21 - Quizvraag
hoe heet dit
A
randaarde
B
dubbele isolatie
C
antischok
D
kunststof
Slide 22 - Quizvraag
Een defecte wasmachine maakt kortsluiting.
Dankzij dubbele isolatie van de wasmachine lekt er geen stroom weg. Toch wordt de groep uitgeschakeld door ...
Dankzij dubbele isolatie van de wasmachine lekt er geen stroom weg. Toch wordt de groep uitgeschakeld door ...
A
de aardlekschakelaar
B
de kortsluiting
C
de zekering
D
de schakeldraad
Slide 23 - Quizvraag
Waar zit de aardlekschakelaar?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 24 - Quizvraag
Waar of niet waar.
Een aardlekschakelaar moet uitschakelen bij een lekstroom van meer dan 30 mA.
Een aardlekschakelaar moet uitschakelen bij een lekstroom van meer dan 30 mA.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
7 Een aardlekschakelaar schakelt uit bij overbelasting.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 27 - Quizvraag
Waar of niet waar: bij kortsluiting sluit de aardlekschakelaar de stroom af.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Naar een stopcontact lopen altijd twee draden.
Deze draden zijn:
Deze draden zijn:
A
fase en nul
B
nul en aarde
C
schakeldraad en fase
D
schakeldraad en nuldraad
