3.5: koningen willen meer macht

Agenda van vandaag:
  • Herhalen van vorige lesdoelen uit paragraaf 4
  • Introduceren nieuw onderwerp: Paragraaf 5
  • Uitleg over paragraaf 5
  •  Bespreken leerdoelen van paragraaf 5
  • Tijd over en huiswerk: Opdrachten uit het leerboek.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Agenda van vandaag:
  • Herhalen van vorige lesdoelen uit paragraaf 4
  • Introduceren nieuw onderwerp: Paragraaf 5
  • Uitleg over paragraaf 5
  •  Bespreken leerdoelen van paragraaf 5
  • Tijd over en huiswerk: Opdrachten uit het leerboek.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is hier afgebeeld?
A
Herendiensten
B
Horigen
C
Domein
D
Drieslagstelsel

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee redenen leidden tot meer opbrengst van de landbouw in de Middeleeuwen?
A
Tweeslagstelsel.
B
Ontginnen van landbouwgrond.
C
Drieslagstelsel.
D
Mensen kiezen een ander beroep dan boer.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een geldeconomie in de Middeleeuwen?
A
Een economie waarin mensen producten tegen elkaar ruilen.
B
Een economie waarin mensen producten betalen met geld.
C
Een economie waarin mensen munten tegen munten ruilen.
D
Een economie waarin mensen alleen binnen het domein mogen handelen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent de 'Hanze'?
A
Mensen die samenwerken in een stad, die hetzelfde beroep hebben.
B
De sociale lagen die bestonden in de Middeleeuwen.
C
Steden uit Noord-Europa die samenwerken met de handel.
D
Wanneer een horige het domein verliet en handelaar werd.

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen:

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen:
  • Waarom het besturen voor een Koning in de Middeleeuwen niet zo makkelijk was.
  • Wat 'centralisering' betekent.
  • Waarom Filips de Goede zo belangrijk voor Nederland was.

Slide 6 - Tekstslide

Leven als een Bourgoundiër!

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 3.5: Koningen willen meer macht!
De situatie rond 1100 in Nederland.

Slide 8 - Tekstslide

De situatie van 1419 tot 1467 in Nederland.

Slide 9 - Tekstslide

In het begin van de Middeleeuwen:
  1. Zeer veel verschillende koninkrijken met een Koning.
  2. Edelen (hertog, graaf) hielpen bij besturen van het rijk.

Slide 10 - Tekstslide

Het bestuur van de Koning was niet makkelijk:
  • De Koning moest door het hele rijk reizen om edelen te controleren.
  • Rechtspraak en controle onder edelen.
  • Elke stad met eigen regels, munten en wetten.
  • Welke gevaren zouden er kunnen zijn voor de Koning?

Slide 11 - Tekstslide

Manier van rechtspraak om het publiek angst aan te jagen (Ernstig vergrijp zoals Godslastering, diefstal of verraad van de Koning)
Manier van rechtspraak om mensen tijdelijk te straffen (Kleiner vergrijp zoals stelen of de Koning tegenspreken).

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Verandering onder Filips de Goede (edelman):
  • Hij gaat Nederland centraliseren: bestuur vanuit een plek, waar overal dezelfde  wetten en belastingen gelden.
  • Dit maakt het besturen van zijn stukken land overzichtelijker.

Slide 14 - Tekstslide

De vader van Nederland: Filips de Goede!
  • Filips koopt, erft en verovert grote delen van Nederland.
  • Vanaf 1464: een belasting voor iedereen, hetzelfde bestuur. Centralisering!
  • Maar waarom is hij de vader van Nederland?

Slide 15 - Tekstslide

‘metten Staten vander lande van onsen gheduchten heere van harwaerts over’.

Slide 16 - Tekstslide

1464: De eerste Staten-Generaal onder Filips de Goede
2024: De Tweede Kamer

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Leerdoelen:

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen:
  • Waarom het bestuur van een Koning in de Middeleeuwen niet zo makkelijk was.
  • Wat 'centralisering' betekent.
  • Waarom Filips de Goede zo belangrijk voor Nederland was.

Slide 19 - Tekstslide

Centraal bestuur
Centraal bestuur
Een centraal bestuur is een bestuur vanuit 
één plaats waarbij overal in het koninkrijk  
dezelfde regels en vaste  belastingen 
gelden. 

Slide 20 - Tekstslide

Centraal bestuur 
STATEN :  Staat = Gebied met centraal bestuur, met duidelijke grenzen, waar overal dezelfde wetten en regels gelden.

Slide 21 - Tekstslide

Belastinggeld
Je kunt beschrijven hoe koningen probeerden hun macht te vergroten

Slide 22 - Tekstslide

Koning krijgt meer macht:
  • Belasting wordt in geld betaald:
  • Meer handel > meer belasting heffen.
  • Pacht van grondeigenaren (belasting van grond)> meer belasting heffen.
  • Handelssteden > meer mensen om belasting van te heffen.

Slide 23 - Tekstslide

Koning betaald:
  • Ambtenaren (helpen met centraal bestuur)
  • Huurleger (vechten)

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag:
Lezen: tussenkopjes 'Overal verschillende regels' op pagina 162.
'Koningen willen een centraal bestuur' op pagina 163 en 164.

Maken: Opdracht 1 t/m 5 op pagina 161 t/m 164.

Slide 25 - Tekstslide

Een van de redenen dat het bestuur van een middeleeuwse koning niet makkelijk was:
A
De koningen hadden vaak onderlinge ruzies.
B
Bijna niemand kon lezen en schrijven.
C
Elke stad of gewest had zijn eigen wetten, munten en regels.
D
Het was onmogelijk belasting te heffen voor middeleeuwse koningen.

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent centraliseren?

Slide 27 - Open vraag

De Tweede Kamer (de Staten-Generaal van 2024)
Lagere adel die de koning helpt met besturen.
centralisering
De Staten-Generaal opgericht door Filips de Goede
Filips de Goede bestuurt vanaf een plek: dezelfde wetten en belastingen.
Hertogen en grafen innen belasting

Slide 28 - Sleepvraag

Waarom word Filips de Goede 'de Vader van Nederland' genoemd?

Slide 29 - Open vraag

De adel (hertogen en grafen die onder de Koning stonden):
  • Had ook eigen grond en eigen leger
  • Luisteren minder naar de koning, ze hadden vaak zelf meer geld.
  • De Koningen van Frankrijk en Spanje gebruikte huurlegers juist om adel (zoals hertogen) af te zetten.

Slide 30 - Tekstslide

Bourgondië
  • Hertogen zoals Filips de Goede willen een centraal bestuur en worden groter dan Koningen.
  • Met behulp van ambtenaren wordt het gebied bestuurd.
  • Edellieden onder de hertog gaan hiertegen in verzet.

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak alle paragrafen van hoofdstuk 5.

Slide 32 - Tekstslide