Middeleeuwse stad

Tijd van steden en staten




1000 - 1500
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tijd van steden en staten




1000 - 1500

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we tijdens deze les?
  • Terugblik Karel de Grote
  • Theorie; de stad in de Middeleeuwen
  • In tweetallen aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Wie was Karel de Grote en wat deed hij?

Samenvatting
Mindmap 
of tekening bespreken


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe nieuwe steden ontstonden.

Aan het einde van deze les weet je hoe een Middeleeuwse stad eruit zag

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een ''stad?''

Slide 5 - Woordweb

De stad in de Middeleeuwen
In de tijd van de monniken en ridders leefden de meeste mensen op  het platteland. Na het jaar 1000 veranderde dat. Er ontstonden nieuwe steden.

De bewoners leefden van handel en nijverheid. De steden willen zichzelf besturen. Daarvoor kregen ze stadsrechten van de heer- graaf, hertog of bisschop.
Dat had gevolgen voor het bestuur van het land; 
De steden werden machtiger en de edelen verloren macht.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Handel neemt toe
Na het jaar 1000 ging het beter met de landbouw. De boeren hielden een deel van de oogst over en verkochten dit op de markt.

Handelaren hadden een goede plek nodig om hun goederen op te slaan. Ze kozen vaak een plek in de buurt van een kasteel of klooster. 

Ze wilden dat die plek aan een handelsroute lag, bij een kruispunt van wegen en rivieren.


Slide 8 - Tekstslide

Eigen baas zijn
Een edelman of bisschop was de baas van het gebied waar de stad lag. 

Burgers wilden eigen baas zijn en vroeg om stadsrechten. Dit waren afspraken tussen de heer en de stad. ( bijv. een muur om de stad bouwen)

Voor de stadsrechten betalen de burgers belastig en hielpen de heer bij oorlog. 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Schout, schepenen en burgemeester
Door de stadsrechten kreeg een stad een eigen bestuur. 

Het bestuur maakte regels waar iedereen zich aan moest houden. 

Burgemeester; voorzitter van de raad
Schepenen; bepalen de straf voor een misdaad
Schout; liet misdadiger opsporen en klaagde ze aan bij de schepenen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Hoe gaat dat nu?
Burgemeester; voorzitter van de gemeenteraad en hoofd van de politie

Gemeenteraad; gekozen groep mensen die besluiten nemen over wat er in de gemeente moet gebeuren

Wethouder; voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is er allemaal in een Middeleeuwse stad te vinden?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1                               Of

Teken een plattegrond van je eigen middeleeuwse stad, 

Tweetallen
A3 papier
Zorg voor een legenda

Opdracht 2


 Maak een middeleeuwse stad in 3D.
Knutsel zelf bijvoorbeeld huisjes, een kerk en kasteel.

Groepjes van maximaal 4

Neem zelf materialen mee bijvoorbeeld: keukenrol, melkpakken etc. 

Slide 17 - Tekstslide

Rond welk jaar in de middeleeuwen kwamen er veel steden bij?
A
Rond het jaar 500
B
Rond het jaar 1000
C
Rond het jaar 1500

Slide 18 - Quizvraag

Op welke plek verkochten kooplieden hun spullen?

A
In winkeltjes
B
Op markten
C
In een warenhuis

Slide 19 - Quizvraag

Waarom waren de reizen van kooplieden vaak gevaarlijk?
A
In het drukke verkeer gebeurden veel ongelukken
B
Er lagen rovers op de loer die hun spullen wilden stelen
C
Onderweg kwamen ze wilde beesten tegen

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar? Kooplieden woonden met hun spullen het liefste in de buurt van een kasteel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Kooplieden wilden hun eigen regels en wetten maken. Aan wie moesten ze toestemming hiervoor vragen?
A
Aan de koning of koningin
B
Aan alle inwoners van het dorp
C
Aan de kasteelheer of bisschop

Slide 22 - Quizvraag

Wat moesten kooplieden doen in ruil voor stadsrechten?
A
Ze moesten belasting betalen aan de grondeigenaar.
B
Ze moesten de grondeigenaar beschermen als soldaat.
C
Ze moesten de helft van hun bezittingen afstaan aan de grondeigenaar.

Slide 23 - Quizvraag

Voorbereiding
Denk alvast na over de indeling van je stad in groepjes of tweetallen. Hoe komt je stad eruit te zien? 

Welke manier kiezen jullie?

In tweetallen: plattegrond op papier
In viertallen: plattegrond 3D
Welke materialen ga je gebruiken?
Wie neemt wat mee?

Slide 24 - Tekstslide