In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
6.4 vruchten en zaden
Slide 1 - Tekstslide
Dit ga je leren
6.4: Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.
6.7: Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten hoe de vruchten en zaden worden verspreid.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling
Slide 3 - Tekstslide
De stamper is het
A
Mannelijke voortplantingsorgaan
B
Mannelijke geslachtscel
C
Vrouwelijke voortplantingsorgaan
D
Vrouwelijke geslachtscel
Slide 4 - Quizvraag
Hieronder staan een aantal fases in het voortplantingsproces van planten. Sleep ze in de juiste volgorde:
1
2
3
ontstaan
stuifmeelbuis
bestuiving
bevruchting
Slide 5 - Sleepvraag
In een vrucht zitten 6 zaden. Hoeveel stuifmeelbuizen zijn hiervoor gegroeid? Hoeveel eicellen waren hiervoor nodig?
A
aantal stuifmeelbuizen 1
aantal eicellen 1
B
aantal stuifmeelbuizen 1
aantal eicellen 6
C
aantal stuifmeelbuizen 6
aantal eicellen 1
D
aantal stuifmeelbuizen 6
aantal eicellen 6
Slide 6 - Quizvraag
6.4 vruchten en zaden
Slide 7 - Tekstslide
Korte herhaling
Bestuiving: stuifmeelkorrels van de meeldraad komen op de stamper van dezelfde soort plant
Bevruchting: kern van stuifmeelkorrel versmelt met kern van eicel in het zaadbeginsel
--> hieruit ontstaan zaden
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Van bloem naar vruchten en zaden
In het filmpje heb je gezien dat in de tomaat het vruchtbeginsel uitgroeit tot een vrucht.
Elke bevruchte zaadbeginsel ontwikkelt zich tot een zaad met daarin een kiem. De andere verschrompelen.
Dit kun je ook zien bij de ontwikkeling van een appel.
Slide 10 - Tekstslide
Hier zie je de ontwikkeling van een appel uit een bloem.
Verbind op de volgende slide de onderdelen die uit elkaar zijn ontstaan.
Slide 11 - Tekstslide
Vruchtvlees
Zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht.
Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem.
Slide 12 - Tekstslide
6.7 Verspreiding van zaden
Slide 13 - Tekstslide
Dit ga je leren
6.4: Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.
6.7: Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten hoe de vruchten en zaden worden verspreid.
Slide 14 - Tekstslide
Verspreiding van zaden
Een plant verspreidt zijn zaden zodat zoveel mogelijk zaden kunnen ontkiemen (en dus nieuwe planten ontstaan).
Verspreiding mogelijk via:
de plant zelf
wind
dieren
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Verspreiding door de plant zelf
In de video zag je planten die hun zaden kunnen wegschieten
De vruchten 'ontploffen' en de
zaden worden weggeslingerd!
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Verspreiding door de wind
Hele kleine en lichte vruchtjes verspreiden door de wind
Bijvoorbeeld
met pluisjes (A) of
met vleugeltjes (B)
Slide 19 - Tekstslide
Verspreiding door dieren (1)
Het vruchtvlees wordt door dieren opgegeten en de zaden worden op een andere plek uitgepoept
--> zaden kunnen ontkiemen
Slide 20 - Tekstslide
Verspreiding door dieren (2)
Verzamelaars brengen zaden naar andere plekken
Niet alles wordt opgegeten of ze worden vergeten
--> zaden kunnen ontkiemen
Slide 21 - Tekstslide
Verspreiding door dieren (3)
Sommige vruchten blijven plakken aan de vacht of huid van dieren. De vruchten vallen ergens anders neer
--> zaden kunnen ontkiemen
Slide 22 - Tekstslide
Samenvatting
Verspreiding van zaden door
De plant zelf -> Wegschieten van zaden
Wind -> Lichte zaden die kunnen zweven
Dieren -> Via uitwerpselen
Via verzamelaars
Kleven aan vacht
Slide 23 - Tekstslide
Vragen
Slide 24 - Tekstslide
Sleep de vrucht naar de juiste bloem. Weet jij ze allemaal?
Slide 25 - Sleepvraag
Bloemsteel
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel
Kelkblad
Kroontje
Steeltje
Vrucht
Zaad (pit)
Slide 26 - Sleepvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 27 - Quizvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 28 - Quizvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 29 - Quizvraag
Verspreiding zaden
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 30 - Quizvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 31 - Quizvraag
Deze zaden worden verspreid door
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 32 - Quizvraag
Hoe worden deze zaden verspreid?
A
Via dieren
B
Via de wind
C
Via de plant zelf
Slide 33 - Quizvraag
Huiswerk
Bestudeer paragraaf 6.4 en 6.7
Paragraaf 6.4: maak opdracht 1 t/m 8 (3 niet)
Paragraaf 6.7: maak opdracht 1 t/m 3
Slide 34 - Tekstslide
Sommige vruchten ontstaan uit een vruchtbeginsel met maar 1 zaadbeginsel. Hoe zie je aan een vrucht dat deze is ontstaan uit een vruchtbeginsel met 1 zaadbeginsel?