Thema 2, week 1 Les 1 woorden met eten en drinken

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

lesdoel

Ik weet wat de woorden over eten en drinken betekenen.

onderstreep de woorden in het verhaal!

alcoholisch

als er alcohol in iets zit

Alcoholische dranken mag je niet zo maar kopen, dan moet je 18 jaar oud zijn.

de amuse

(twee amuses)

een klein hapje dat je vooraf of tussen twee gangen

  door krijgt.

Het diner in het restaurant begon met een kleine amuse.

culinair

alles wat hoort bij het maken van lekker eten.

Mijn moeder heeft ons weer culinair flink verwend. Het was weer een culinair hoogstandje.

de delicatesse

(twee delicatessen)

lekker en bijzonder eten

Sommige mensen vinden oesters een delicatesse.

de etagère

(twee etagères)

boven elkaar geplaatste borden in een rekje waar je
  kleine hapjes mee opdient.

De gebakjes werden mooi geserveerd op een etagère.

garneren

(garneerde, heeft gegarneerd)

een gerecht mooi maken met versieringen.

Ik garneer de soep met wat groene verse kruiden.

De taart is gegarneerd met fruit en slagroom

een gerecht mooi maken met versieringen..

Ik garneer de soep met wat groene verse kruiden.

de gastronomie

alles wat te
  maken heeft met lekker eten en drinken.

De Arabische gastronomie staat bekend om zijn heerlijke couscous.

de horeca

restaurants, cafés en
  hotels.

Alle horeca heeft het zwaar door Covid-19 .

het kliekje

(twee kliekjes)

een restje van een maaltijd.

Vanavond eten wij de kliekjes van afgelopen dagen.

verschrompelen

(verschrompelde, heeft verschrompeld)

uitdrogen en daardoor kleiner
  en rimpeliger worden.

Die appel eet ik niet meer die is verschompeld.

voorschotelen

(schotelde voor, heeft voorgeschoteld)

iemand een gerecht

  opdienen.

Voor ons eindfeest in groep 8 krijgen wij een pizza voorgeschoteld.

watertanden

(watertandde, heeft gewatertand)

iets
  heel graag willen opeten.

Deze ijscoupes zijn om te watertanden.