2.4 Cellen

2.4 CELLEN
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.4 CELLEN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 2 - Tekstslide

Soorten mensencellen

Slide 3 - Tekstslide

Dierlijke en plantaardige cel

Slide 4 - Tekstslide

Dierlijke Cellen

Niet alles kan door het celmembraan heen (glucose niet, zuurstof wel). Voor sommige stoffen zitten er speciale eiwitten in het celmembraan
Nuttige stoffen worden opgenomen, afvalstoffen kunnen naar buiten

Slide 5 - Tekstslide

Dierlijke Cellen
Cellen van dieren bevatten een dikke vloeistof: cytoplasma (water met opgeloste stoffen en zwevende deeltjes)
Daaromheen zit een dun vlies: celmembraan (vetten en eiwitten)
In het cytoplasma ligt het regelcentrum van de cel: de celkern
Kern bevat kernplasma en is omgeven door een membraan: het kernmembraan


Slide 6 - Tekstslide

Plantaardige 
Cellen

Hebben extra celonderdelen:
  • Vacuole: blaasje gevuld met vocht, opslag van stoffen en stevigheid
  • Plastiden: korrels met speciale functie
    (bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels)
  • Celwand: laag om celmembraan, zorgt voor stevigheid. Is eigenlijk geen onderdeel van de cel maar tussencelstof!

Slide 7 - Tekstslide

Het verschil?

Slide 8 - Tekstslide

Plastiden

  • Bladgroenkorrels: in groene delen van plant, fotosynthese
  • Kleurstofkorrels: geven bloemen en vruchten een gele, oranje of rode kleur
  • Zetmeelkorrels: opslag van zetmeel

Korrels kunnen van ene type overgaan in het andere type!

Slide 9 - Tekstslide

Celorganellen

Delen van een cel die een eigen functie hebben, noem je celorganellen
Bijvoorbeeld: celkern, vacuole, plastiden

Slide 10 - Tekstslide

Organellen
Mitochondriën hebben een functie in de energievoorziening van de cel.

Ribosomen helpen met het maken van eiwitten.

Slide 11 - Tekstslide

Organellen
- Celkern
- Ribosomen
- Mitochondriën

Slide 12 - Tekstslide

Celkern
  • Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.
  • De celkern regelt wat in de cel gebeurt. 
  • Cellen van schimmels, planten en dieren hebben een celkern.
  • Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 13 - Tekstslide

En nu aan de slag,... BS4 Cellen
Je maakt opdracht 1 t/m 7
In stilte :)

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie Leerdoelen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies

  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 15 - Tekstslide

Leren flitskaarten BS 1, 2, 3 en 4 en de organen van de mens

Slide 16 - Tekstslide