Interpunctie

 Het gebruik van leestekens in teksten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

 Het gebruik van leestekens in teksten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gebruikt leestekens juist 
Schiet op oma!
Schiet op, oma!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een punt gebruik je...

Slide 3 - Open vraag

De Punt

Gebruik je
om zin af te sluiten.

bij sommige afkortingen:
 Wil je daar a.u.b. mee ophouden?

Maar geen punt bij:
dvd, cd, btw, mbo

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een komma gebruik je...

Slide 5 - Open vraag

in opsommingen:
 Een goede thuishulp is verzorgende, verpleegkundige, psychiater en hulp in de huishouding tegelijk.

tussen twee persoonsvormen:
 Als ik dat wist, zou ik het wel zeggen.

bij een aanspreking:
 Hé daar, ik heb het tegen jou!

voor voegwoorden (terwijl, omdat) :
 Ik heb veel geleerd, omdat er altijd wel wat te doen was tijdens mijn stage.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het vraagteken gebruik je...

Slide 7 - Open vraag


Na een vraag

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het uitroepteken gebruik je...

Slide 9 - Open vraag


gebruik je
na een bevel:
 Hou daar onmiddellijk mee op!

na een uitroep:
 Wat erg!

Pas op met het uitroepteken in verslagen en werkstukken. Het kan al snel een beetje kinderachtig overkomen:
Ik heb van mijn begeleider veel geleerd!
Soms was mijn stage best moeilijk!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbele punt gebruik je...

Slide 11 - Open vraag


bij een opsomming:
 Dit zijn mijn kwaliteiten: gastvrij, behulpzaam en stressbestendig.

als iemand iets gaat zeggen (citaat):
 Toen zei mijn begeleider: ‘Jammer, volgende keer beter!’

voor een uitleg:
 Zo bedien je de oven: …

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanhalingstekens gebruik je ...

Slide 13 - Open vraag


bij een citaat (je laat iemand letterlijk iets zeggen):

     Mijn begeleider zei: ‘Volgende keer beter!’

Let op de plek van het uitroepteken, voor de aanhalingstekens sluiten. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken, alle opdrachten uit 3.2

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies