2HV - les 16 Imperativo

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programa

1. Controlamos los deberes
2.  Clase anterior
3. Imperativo
4. Leer
5. Deberes

Controlamos los deberes

Voca Unidad 6 blz 108 NL-SP

1-40

PERFECTO

1. Wat is de PERFECTO voor een tijd in het Nederlands?
2. Hoe maak je de perfecto?
3. Hoe maak ik de perfecto met wederkerende ww?
4. Zijn er uitzonderingen?
5. Wat is belangrijk bij het maken van een zin?

AR - ADO            ER/IR - IDO

Perfecto (uitzonderingen)

romper    --> roto

abrir        --> abierto

escribir    --> escrito

poner      --> puesto

ver           --> visto

decir        --> dicho

volver      --> vuelto

hacer       --> hecho

freír         --> frito

morir       --> muerto

ser           --> sido

ir              --> ido

Schrijf de laatste drie uitzonderingen extra op in je boek. Pag 65

Perfecto --> vertaal

1. Ik heb gelopen (caminar)
2. Jij hebt gezwommen (nadar)
3. Zij heeft gerend (correr)
4. Wij hebben gedronken (beber)
5. Jullie zijn gegaan (ir)
6. Zij hebben huiswerk gemaakt (hacer los deberes)

Practicamos

• uitleg in taaltaakboekje
• uitleg compañeros blz 65

Maak

• Blz 65, ej 4 

de PERFECTO maak je door...

1. ir + a + hele ww
2. haber + stam ww + ado/ido
3. estar + stam ww + ando/iendo

Wat is een voorbeeld van de perfecto?

1. trabajo
2. he trabajado
3. trabajé
4. estoy trabajando

Perfecto: Comer (yo)

1. He comido
2. Ha comido
3. He comado
4. Ha comado

Perfecto: Ducharse (nosotros)

1. Os hemos duchado
2. Nos habéis duchado
3. Os habéis duchado
4. Nos hemos duchado

Perfecto: Ir (ellas)

1. Ha isto
2. Han ido
3. Hemos isto
4. Habéis ido

onregelmatige vormen 

'presente perfecto'

decir

hacer

abrir

volver

escribir

ver

poner

romper

dicho

hecho

abierto

vuelto

escrito

visto

puesto

roto

Imperativo

= gebiedende wijs

Wordt gebruikt om instructies of bevelen te geven. 

Lees! Praat! Huil! Lach!

--> Wordt alleen gebruikt in de 2e persoon enkelvoud (tú).

Jij persoon - (min) de letter 'S'

Praten = hablar

Jij praat = hablas

Praat! = ¡habla!

Praat langzamer = ¡Habla despacio!

Leesteksten / luisterteksten / herkenning van werkwoorden + vervoegingen kunnen toepassen

Blz 64, ej 2, 3, 5

REGELMATIG

ONREGELMATIG

Destrezas

Leer:

Blz 68, ej 1, 2, 3

Deberes

Voca Unidad 6 blz 108 NL-SP

1-50