1. TM - college 3 - dialectologie

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

Het Oudnederlands kenmerkt zich door klinkerkleuring en naamvallen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

We kunnen het Middelnederlands van het Oudnederlands onderscheiden doordat er in het Middelnederlands geen tweeledige ontkennig meer voorkwam
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Als je het verschil tussen ‘hen’ en ‘hun’ in het Nederlands aan een leerling uitlegt, dan beroep je je op:

A
Descriptieve taalregels
B
Prescriptieve taalregels

Slide 7 - Quizvraag

De Hollandse expansie heeft bijgedragen aan het verdwijnen van een aantal dialecten

A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Een standaardtaal wordt afgeleid van schrijftaal, een dialect van spreektaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Dialecten zijn ontstaan vanuit het Standaardnederlands
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Elk dialect is uniek en authentiek

A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

Aan de grenzen van Nederland vind je gebieden waarin zowel sprake is van een taalgrens als een dialectcontinuüm

A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een regiolect is een verzameling dialecten die kenmerken met elkaar delen en in die een bepaalde regio gesproken worden

A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De begrippen accent en dialect zijn synoniemen

A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Dialecten zijn aan het verdwijnen in Nederland

A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Ik spreek een dialect

A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Hoe onderscheidt het dialect dat jij spreekt zich op de taalbeschrijvingsniveaus van het standaardnederlands? Noem op elk niveau een voorbeeld uit jouw dialect.

Slide 29 - Open vraag

Dialecten zijn in mijn ogen minderwaardig aan de standaardtaal

A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

In jouw eigen woorden: wat is het belangrijkste inzicht dat je opgedaan hebt over het onderscheid tussen taal en dialect?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link