test kennis H4

Jan heeft 24 blikjes cola gekocht, hij heeft er al 6 leeg gedronken. Hoeveel procent heeft hij al op?
1 / 33
volgende
Slide 1: Open vraag
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Jan heeft 24 blikjes cola gekocht, hij heeft er al 6 leeg gedronken. Hoeveel procent heeft hij al op?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de verhouding?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op 4 van de 20 kaasjes zit mosterd. Hoeveel procent is dat?
Schrijf alleen het getal op (dus geen % erachter)

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel is 18% van € 250?

Slide 4 - Open vraag

33 - Domein: verhoudingen
'Rekenen met procenten’ kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F. Wel zorg je ervoor dat er in het geval van  een geldbedrag altijd een mooi rond getal uitkomt.
Wel of geen verhoudingstabel ?



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik krijg 20% korting op een broek van €80.
Hoeveel moet ik betalen?
Schrijf de berekening op een blaadje.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het afronden op helen, tientallen, honderdtallen enz moeilijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in cijfers:
0,35 miljard
(geen spaties en punten in je getal gebruiken)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in cijfers:
3,47 miljoen
(geen spaties en punten in je getal gebruiken)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik koop een pak koekjes van € 2,33.
Ik betaal contant met € 5
Wat krijg ik terug? ( je hoeft er geen euroteken bij te zetten)

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb 74 koekjes en vul ze in zakjes waar er steeds 6 in passen. Hoeveel zakjes heb ik nodig?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van de 4 in:
340 569
(gebruik geen spaties in je antwoord)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

test kennis H4
Getallen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de waarde van de 9 in:
0,569
(gebruik geen spaties in je antwoord)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind de waarde van een getal opschrijven moeilijk
JA
NEE
SOMS

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het makkelijk om een getal goed uit te spreken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de veelvouden van 4 op die liggen tussen 13 en 30
Zet steeds een komma tussen de veelvouden (geen spaties).

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de delers op van 63.
Zet elke keer een komma als scheiding tussen de getallen (geen spaties)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat veelvouden en delers zijn.
JA
NEE

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het lastig om delers van een getal te vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

rond het getal af op duizendtallen
248 398
(geen spaties en punten in je getal gebruiken)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

rond het getal af op miljardtallen
2 460 418 398
(geen spaties en punten in je getal gebruiken)

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

rond het getal af op 2 decimalen.
0,268

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

rond het getal af op helen.
2,6832

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is 15% van €30?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een pak hagelslag van € 2,50 wordt verhoogd met € 0,10
Hoeveel procent is dat? Schrijf je berekening op een blaadje.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het uitrekenen van een percentage van iets heel makkelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind het uitrekenen van een percentage van iets heel makkelijk. Dus je weet het verschil in prijs in € en moet bepalen hoeveel % het is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

wel of geen verhoudingstabel?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.6 Wel of geen verhoudingstabel
Bij een verhoudingstabel hebben de getallen allemaal dezelfde basisverhouding.




Je controleert dit door het sommetje: boven : onder
Als er steeds hetzelfde uitkomt, is het een verhoudingstabel en anders niet.
6 : 15 = 0,4
60 : 150 = 0,4
12 : 30 = 0,4
18 : 48 = 0,4
36 : 96 = 0,4

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een verhoudingstabel?
Leg uit waarom wel of niet?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

leg uit waarom dit wel of geen verhoudingstabel is.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik kan uitrekenen of een tabel een verhoudingstabel is of niet.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies