Vaardigheden Les 2

Vaardigheden 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vaardigheden 

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  1. Terugblikvraag (10 min.) 
  2.  Betrouwbaarheid van Bronnen (10 min.)
  3. Oefenen + bespreken (15 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
Je kunt uitleggen hoe het Romeinse Rijk eindigde 
Je kunt uitleggen waarom je kunt twijfelen of het Romeinse Rijk echt gevallen is 
Je kunt uitleggen hoe je een bron op betrouwbaarheid kunt beoordelen 
Je kunt zelf op een juiste wijze een bron op betrouwbaarheid beoordelen 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord 
● Zij gelooft dat er maar één God is en die brengt verlossing. Als je aan andere goden offert ontken je het geloof in / bestaan van die ene God. (2p)
● Zij laat zich, met haar kind, voor de wilde dieren werpen. Ze verkiest de dood (in geloof) boven het leven en die vasthoudendheid, die opoffergezindheid spreekt weer mensen aan. (2p)
● 1 Het christendom bracht een boodschap van verlossing in een moeilijke onzekere tijd. (1p)
2 Christenen kwamen op voor elkaar, er was sociale zorg. (1p)
3 Ook slaven, vrouwen en arme mensen telden mee. Voor God was iedereen gelijk. En dat sprak achtergestelden aan. (1p) (Bij dit onderdeel zijn twee voorbeelden voldoende voor de 2p)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van bronnen?
 Vraag je altijd af welke redenen er kunnen zijn waarom de informatie in een bron niet geloofwaardig is. Gebruik daarbij de volgende stappen:
  1. Wie? Wie heeft de bron geschreven? Schrijft deze persoon neutraal, of schrijft hij over zijn eigen groep, of de tegenstander? Heeft de maker van de bron een reden om te liegen?
  2. Waarom? Wat is het doel van de bron? Wil de maker mensen overtuigen, of is het vooral voor zichzelf geschreven?
  3. Wat? Wat voor soort bron is het? Is de bron bedoeld voor publicatie, of wist de maker niet dat andere mensen deze bron zouden gaan lezen?
  4. Hoe? Hoe is de bron geschreven? Zijn het veel feiten? Of zijn het niet onderbouwde meningen?

Slide 12 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van bronnen?
Wees voorzichtig met het argument ooggetuige: Iemand die het zelf heeft gezien. 
  • Ooggetuige is alleen iemand die op dezelfde plaats en in dezelfde tijd was
  • Ooggetuige niet altijd betrouwbaar: Kan nog steeds reden hebben om te liegen. Bijv. Hitler had ook zelf Joden ontmoet, maar is niet betrouwbaar. 
  • Gebruik dit argument dus als je geen andere argumenten kunt vinden. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord op de vorige vraag 
Voorbeelden van goede argumenten: 
• Tacitus was een Romein. Omdat in de bron voor- en tegenstanders van samenwerking met Romeinen opduiken, kan het zijn dat Tacitus hun onderlinge verhoudingen niet helemaal objectief weergeeft. (1p)


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht (10 min.)
  • Kijk in Tweetallen in 2.3 naar alle bronnen  
  • Zoek een bron die volgens jou betrouwbaar is en leg uit waarom
  • Zoek een bron die onbetrouwbaar is en leg uit waarom. 

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 
  • Lees Par. 3.1 (blz.  48 t/m 51)
  • Maken: Par. 3.1, vr. 1, 2, 4, 6 en 9 (blz. 51 en 52) 

Slide 17 - Tekstslide