§1.2 Consumeren met en zonder geld

1.2 Consumeren met en zonder geld 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1.2 Consumeren met en zonder geld 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Nakijken
  • Herhaling begrippen 1.1
  • Uitleg begrippen 1.2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog?
Begrippen:
  • Prioriteiten stellen
  • Primaire/basisbehoeften en secundaire behoeften
  • Consumeren
  • Goederen en diensten
  • Schaarse goederen
  • Gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2 Kennen / kunnen
Begrippen:
  • Produceren
  • Zelfvoorziening
  • Collectieve voorziening
  • Welvaart
  • Welzijn
  • Afronden van getallen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Produceren, gratis of niet?
Er zijn twee soorten van produceren.
  • Produceren door bedrijven kost
     geld.
  • Als consumenten produceren kan
     het ook gratis zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfvoorzienend

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zelfvoorziening?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve voorzieningen
  • Collectieve voorzieningen = voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken
  • Collectieve sector = de overheid en instellingen die zorgen voor de collectieve voorzieningen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve voorzieningen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
Welvaart geeft aan hoeveel behoeften iemand kan bevredigen.

  • Hoe meer behoeften je kunt bevredigen hoe hoger je welvaart.
  • Normaal gesproken dus hoe meer geld en tijd (=middelen) iemand heeft hoe hoger de welvaart.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil Welvaart en Welzijn
Welvaart = in welke mate kan je jezelf in je behoefte voorzien (heb je genoeg geld om alles te kunnen betalen?)
Welzijn = in welke mate kan je jezelf in ALLE behoefte voorzien? (ben je gelukkig?)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zelfvoorziening?
timer
0:30
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In je behoeften voorzien door iets zelf te maken
C
Kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn
D
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welzijn is:
A
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
B
De mate waarin je behoefte worden voorzien zonder schaarste middelen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN collectieve voorziening?
A
Park
B
Basisschool
C
Sportschool
D
Snelweg

Slide 16 - Quizvraag

Collectieve voorzieningen
Voorzieningen die de overheid betaalt en waar iedereen gebruik van mag maken.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies