Weihnachtsquiz

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Weihnachtsquiz 2024

Was bedeutet das Wort 'Advent'?

1. Verzicht (=het onthouden, het vasten)
2. Ankunft (=de komst)
3. Warten (=wachten)
4. Vorbereitung (=voorbereiding)

Video 

• Luister goed naar wat er in de video verteld wordt. 
• De volgende drie vragen gaan over de video. 
• https://www.zdf.de/kinder/logo/erklaerstueck-adventskranz-100.html

www.zdf.de

Vraag uit video: Wer kümmerte sich (=zorgde voor) um die Kinder aus dem Waisenhaus (weeshuis)?

1. ein Pfarrer (dominee)
2. Die Eltern
3. die Mitarbeiter
4. der Weihnachtsmann

Vraag uit video: Wanneer alle kaarsen op de adventskrans branden dan...

1. ist es Weihnachten
2. bekommen die Kinder Geschenke
3. kommt der Weihnachtsmann
4. gehen die Menschen in die Kirche

Vraag uit de video:
Waarom bedacht Johann Hinrich Wichern de adventskrans?

Wie viele Fenster hat ein Adventkalender?

1. 12
2. 20
3. 24
4. 4

Übersetze: ''het kerstcadeau''

1. das Weihnachtsgeschenk
2. das Nikolausgeschenk
3. das Weihnachtspäckchen
4. das Christgeschenk

Wann bekommen die Kinder in Deutschland ihre Geschenke?

1. am 24. Dezember, am Abend
2. am 25. Dezember, am Morgen
3. am 25. Dezember, am Abend
4. am 26. Dezember, am Morgen

Was machen viele Deutsche am Heiligabend (24.Dezember)?

1. spazierengehen (wandelen)
2. Plätzchen (koekjes) backen
3. in die Kirche gehen
4. einkaufen gehen

Plätzchen und so: maak de juiste combinatie

Krapfen

Stollen

Weihnachtskipferl

Linzer Plätzchen

Spekulatius

Zimtsterne

Weihnachtsmarkt

De Duitse kerstmarkt is vooral bekend om de houten stalletjes waar je diverse winterse lekkernijen kunt krijgen zoals Glühwein, wafels, Bratwurst en nog veel meer!

Bekijk de video.

Wo ist der größte deutsche Weihnachtsmarkt?

1. Dresden
2. Nürnberg
3. München
4. Münster

Welke zoete lekkernij wordt veel op kerstmarkten verkocht?

1. Glühwein-ijs
2. Glühwein-lolly's
3. Kerst-citroenen
4. Gekarameliseerde felrode appels, de "Paradiesäpfel"

Wie viele Weihnachtsmärkte gibt es in Deutschland ?

1. Mehr als 3.000 Weihnachtsmärkte
2. 1500 Weihnachtsmärkte
3. 1.000 Weihnachtsmärkte
4. 2.000 Weihnachtsmärkte

Video 

• Luister goed naar wat er in de video verteld wordt. 
• De volgende vraag gaat over de video. 
• https://www.zdf.de/kinder/logo/was-wird-an-weihnachten-gefeiert-100.html

Womit wurden die ersten Weihnachtsbäume geschmuckt (versierd)?

1. Lebkuchen
2. Lebkuchen, nootjes, fruit
3. snoep en Lebkuchen
4. fruit, chocolade

Woher stammt die Tradition, Weihnachtsbäume aufzustellen (op te zetten)?

1. Von den Germanen
2. Von den Griechen
3. Von den Römern

Aus welchem Land stammt das Weihnachtslied 'Stille Nacht'?

1. Aus Deutschland
2. Aus Österreich
3. Aus England, dort heißt es 'Silent night'.

Woran erkennt man das Rentier "Rudolph"?

1. Silberne Hufe
2. rote Nase
3. goldene Augen
4. roten Mund

Wähle die richtige Kombination

Weihnachtsbaum

Weihnachtskugel

die Geschenke.

der Weihnachtsmann

Kerzen

Schnee

Wie viele Nadeln hat ein Weihnachtsbaum (2m) ungefähr?

1. 100.000 Nadeln
2. 500.000 Nadeln
3. 50.000 Nadeln
4. 200.000 Nadeln

Das traditionelle Essen in Deutschland am 24. Dezember ist ........

1. Kartoffelsalat mit Würstchen
2. Gemüsesuppe
3. Fondue
4. Kaltes Huhn

Wer schrieb die berühmte Erzählung ''Eine Weihnachtsgeschichte
(A Christmas Carol)'' ?

1. Johann Wolfgang von Goethe
2. Charles Dickens
3. William Shakespeare
4. Mozart

Welke nadelen van vuurwerk worden in de video genoemd?

Voor hoeveel geld wordt in Duitsland vuurwerk afgestoken?

1. 50.000.000 euro
2. 100.000.000 euro
3. 150.000.000 euro

In welk land wordt het vuurwerk gemaakt?

Übersetze: Oudejaarsdag

1. Weihnachten
2. Silvester
3. Ostern
4. Der letzte Tag des Jahres

Wie schreibt man ''2024''?

1. zweitausendvier- undzwanzig
2. zweitausendvierunt-swanzig
3. zweitausendzwanzig- undvier
4. zweitausundvier-undzwanzich

Ein Weihnachtsgedicht

Jetzt machen wir erst mal was anderes. Du schreibst ein Weihnachtsgedicht auf Deutsch. 

Een elfje is een gedicht, dat uit elf woorden in vijf regels bestaat. Die elf woorden zijn als volgt verdeeld over de dichtregels: 

• Regel 1: één woord: een kleur, of eigenschap.

• Regel 2: twee woorden: iets dat deze kleur / eigenschap heeft (een voorwerp, of een persoon).

• Regel 3: drie woorden: geven een nadere toelichting op het iets (voorwerp / persoon), d.w.z. waar, of wat is, of wat doet het iets? Begin deze regel met een persoonlijk voornaamwoord, bijvoorbeeld er, sie of es. 

• Regel 4: vier woorden: een regel over je zelf in verband met het iets, d.w.z. wat doe ik? Begin deze regel met 'ich'. 

• Regel 5: één slotwoord.