rekenen met snelheid

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt een pen en papier nodig.

Slide 2 - Tekstslide

Welke eenheden
voor tijd ken je?

Slide 3 - Woordweb

Welke eenheden voor
snelheid ken je?

Slide 4 - Woordweb

omrekenen
1 dag = .....uur
1 uur = ......minuten = ....seconden

Slide 5 - Woordweb

omrekenen (schrijf ook de eenheden op)
1 kilometer = ......meter = .....cm

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Je wandelt 5 kilometer per uur. Zaterdag heb je 3 uur gewandeld. Hoeveel kilometer is dat?

Slide 9 - Open vraag

Je fietst 15 kilometer per uur. Hoeveel heb je na een half uur gefietst? En hoeveel na een kwartier?

Slide 10 - Open vraag

40 m/s = .....km/uur

Slide 11 - Open vraag

56 km / uur = .... m/s

Slide 12 - Open vraag

Je rijdt 100 kilometer per uur. Over zeven minuten ben je bij de afslag die je
moet hebben. Hoeveel kilometer moet je nog rijden? Afronden op 1 decimaal
A
7
B
1,7
C
11,7
D
11,9

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Bij de 10 kilometerwedstrijd voor mannen rende Joeri een tijd van 40:47 minuten.
Hoeveel seconden heeft hij gelopen?
A
2447
B
4047
C
87
D
40,47

Slide 15 - Quizvraag

Sven Kramer reed in 2007 een wereldrecord van 6:03 minuten. Hij reed met een gemiddelde snelheid van bijna 50 km/h.
Over welke afstand vestigde hij dit record?
A
500 m
B
1000 m
C
5000 m
D
10000 m

Slide 16 - Quizvraag

Kjeld Nuis heeft in 2017 goud gewonnen met een tijd van 1:44,36. Hij reed met een gemiddelde
snelheid van bijna 14,4 m/s.
Op welke afstand heeft hij deze tijd gereden?
A
500 m
B
1000 m
C
1500 m
D
5000 m

Slide 17 - Quizvraag

3F: Op de loopband loopt Fred met een snelheid van 8,4 km/h. Over deze oefening doet hij 13 minuten en 22 seconden. Hoeveel meter heeft Fred afgelegd bij deze oefening? Rond af op hele meters
A
18
B
840
C
1845
D
1871

Slide 18 - Quizvraag

Felix sprong van een hoogte van 39 km uit een ballon en bereikte een snelheid van 1342,8 km/h. Na 4:20 minuten trok hij zijn parachute open. De gehele sprong duurde in totaal 9:03 min. Wat was de gemiddelde snelheid in km/h van Baumgartner tijdens zijn sprong? Rond af op een geheel getal.
A
105 km / u
B
195 km / u
C
205 km / u
D
259 km /u

Slide 19 - Quizvraag

Max Verstappen rijdt met een gemiddelde snelheid
van 220 km/uur een afstand van 385 kilometer.
Hoe lang doet hij daarover?
A
135 minuten
B
1 uur en 45 minuten
C
1 uur en 30 minuten
D
95 minuten

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Rond je antwoorden af op één decimaal.

Lesley fietst bij de fitness club op een hometrainer.
Op de teller ziet hij 4,62 km in 10 minuten.
Bereken zijn snelheid in meter per seconde.

A
17,3
B
9,5
C
7,7
D
36,9

Slide 22 - Quizvraag

De X-15 is één van de snelste raketvliegtuigen met een topsnelheid van 7274 km/h. Wat is de snelheid in meter per seconde? Rond af op een geheel getal.

Slide 23 - Open vraag

De X-15 is één van de snelste raketvliegtuigen met een topsnelheid van 7274 km/h. Wat is de snelheid in meter per seconde? Rond af op een geheel getal.

Slide 24 - Tekstslide


Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide


Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide


Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel km /uur was de gemiddelde snelheid? 5000 m tijd 6:04,46

Slide 32 - Open vraag

afstand is 5000 m - tijd is 60 x 6 + 4,46 = 364,46 sec
snelheid is 5000 : 364,46 = 13,72 m/s 
13,72 m/s x 3,6 = 49,39 km/ uur

Slide 33 - Tekstslide

3F : Werner vertrekt om 9:15 uur vanuit huis om naar de fitnessclub te gaan. Hij is om 11:37 uur weer
thuis. Werner fiets in een kwartier naar de club en in een kwartier weer naar huis. Hoeveel minuten heeft Werner doorgebracht bij de fitnessclub?
A
68
B
98
C
112
D
142

Slide 34 - Quizvraag

Fred doet een oefening waarbij hij 340 kcal/h verbrandt. Hij doet 5 minuten over de oefening.
Hoeveel kcal heeft Fred verbrand? Rond af op één decimaal.
A
28,3
B
34,0
C
17,0
D
45,3

Slide 35 - Quizvraag

Parachutist Felix Baumgartner sprong van een hoogte van 39 km uit een ballon en bereikte een snelheid van 1342,8 km/h. Na 4:20 minuten trok Felix zijn parachute open. De gehele sprong duurde in totaal 9:03 minuten. Hoelang zweefde Felix aan de parachute?
A
5 min 17 sec
B
5 min 43 sec
C
4 min en 17 sec
D
4 min en 43 sec

Slide 36 - Quizvraag

Remy vertrekt om 10:15 AM vanuit Amsterdam met de hogesnelheidstrein. Hij komt om 01:33 PM aan
in Parijs. Hoeveel minuten duurde zijn reis ?
A
189
B
198
C
909
D
918

Slide 37 - Quizvraag

Tijdsduur berekenen
Start 11:05 - Finish 14:50
Start 10:45 - Finish 12:10
Start 10:20 - Finish 14:08
Start 20:55 - Finish 00:01
Start 09:25 - Finish 11:19
1 uur en 25 minuten
3 uur en 45 minuten
1 uur en 54 minuten
3 uur en 48 minuten
3 uur en 6 minuten

Slide 38 - Sleepvraag

Karel loopt 15 minuten lang met een gemiddelde snelheid van 7,1 km/h. Wat is zijn snelheid in meter per seconde? Rond af op twee decimalen.

Slide 39 - Open vraag

Karel loopt 15 minuten lang met een gemiddelde snelheid van 7,1 km/h. Wat is zijn snelheid in meter per seconde? Rond af op twee decimalen.

Slide 40 - Tekstslide

Nurekenen examenopdrachten Hoofdstuk 9 plus in Forms rekenen met tijd

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide


A
57 meter
B
108 meter
C
34 meter
D
89 meter

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide