2.1 Pinpas of portemonnee?

H2 Jij en je geld
2.1 Pinpas of portemonnee?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H2 Jij en je geld
2.1 Pinpas of portemonnee?

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  1. Je kent het verschil tussen chartaal en giraal geld
  2. Je kunt een rekeningsaldo berekenen (debet of credit)
  3. Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
  4. Je weet op welke manieren je met geld kunt betalen

Slide 2 - Tekstslide

Startsom
Je hebt € 290 op je betaalrekening staan. Je hebt de volgende ontvangsten: Je loon is normaal € 540 , Kleedgeld € 50. Let op! Je loon is vanaf deze maand 5% hoger. 
Je uitgaven zijn: belkosten € 27, kleding € 150, uitgaan € 30 en je schrijft € 100 naar je spaarrekening. Wat is je nieuwe saldo en is dat een debet- of een creditsaldo?

Slide 3 - Tekstslide

het antwoord
van de startsom

Slide 4 - Woordweb

Als je iets online koopt,
hoe zou jij dan het liefst betalen?

Slide 5 - Woordweb

2.1 Pinpas of portemonnee?
Ik kan het verschil tussen indirecte en directe ruil uitleggen.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten ruil






Het gebruik van geld maakt arbeidsverdeling gemakkelijker.
Directe ruil
Indirecte ruil

Slide 7 - Tekstslide

Je ruilt met je vriend een dvd voor een computergame.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 8 - Quizvraag

In de aula koop je een broodje gezond voor 2 euro.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 10 - Quizvraag

Peter zet, in ruil voor een warme maaltijd, IKEA-meubels in elkaar voor Wilma. Is dit directe of indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 11 - Quizvraag

Het kopen van een spijkerbroek bij de H&M is ...
A
directe ruil.
B
indirecte ruil.

Slide 12 - Quizvraag

Soorten ruil






Het gebruik van geld maakt arbeidsverdeling gemakkelijker.
Directe ruil
Indirecte ruil

Slide 13 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonnee?
  • Ik kan bestaande betaalmiddelen onderverdelen in chartaal en giraal geld.

Slide 14 - Tekstslide

Heb jij een pinpas?
ja
nee

Slide 15 - Poll

voordeel cash?

Slide 16 - Woordweb

voordeel pinpas?

Slide 17 - Woordweb

Soorten geld
Chartaal geld
Giraal geld

Slide 18 - Tekstslide

pinpas

  • betalen met eigen geld

  • geld gaat meteen van je rekening af

  • minderjarig en meerderjarig

Slide 19 - Tekstslide

2.1 Pinpas of portemonnee?
  • Ik kan een rekeningsaldo berekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Saldo
  • Creditsaldo: Er staat geld op mijn rekening
  • Debetsaldo: Ik sta in het rood

Slide 21 - Tekstslide

Artush kijkt op zijn ING-bank app. Daar ziet hij zijn saldo: - € 39,95.
Hier is sprake van een .....
A
creditsaldo
B
debetsaldo

Slide 22 - Quizvraag

Demi heeft €24,51 creditsaldo. Ze krijgt €9 en betaalt €50. Wat is haar nieuwe saldo?
A
€16,49 creditsaldo
B
€65,51 creditsaldo
C
€65,51 debetsaldo
D
€16,49 debetsaldo

Slide 23 - Quizvraag