11.2-2 De lever V5 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.2 Processen in de lever deel 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.2 Processen in de lever deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Doel 11.2
Je leert wat de belangrijkste functies van de lever zijn

Slide 2 - Tekstslide

Functies van de lever-herhaling
  1. Afweer
  2. Koolhydraatstofwisseling
  3. Vetstofwisseling

Slide 3 - Tekstslide

Eiwitstofwisseling (4)
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering




Slide 4 - Tekstslide

Hieronder een aantal stoffen die in het lichaam van de mens voorkomen:
1) aminozuren
2) koolhydraten
3) eiwitten
Van welke van deze stoffen kan in de lever de concentratie in het bloed gewijzigd worden?
A
alleen van 1
B
alleen van 2
C
alleen van 2 en 3
D
van 1, 2 en 3

Slide 5 - Quizvraag

Eiwitstofwisseling (4)
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’). 

De lever produceert ook verschillende plasma-eiwitten (eiwitten in het bloed).

Slide 6 - Tekstslide

Eiwitstofwisseling (4)
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.


Slide 7 - Tekstslide

Eiwitstofwisseling (4)
Koolstofskelet wordt verbrandt, omgezet naar glucose (gluconeogenese) of vet (lipogenese)


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Afbraak rode bloedcellen (5)
Milt en lever breken oude bloedcellen af.
Afbraak van hemoglobine levert: IJzer en biliverdine

IJzer: wordt gebonden aan eiwit-> ferritine (ijzervoorraad in je lever)



Slide 12 - Tekstslide

Afbraak rode bloedcellen (5)
Biliverdine, wordt omgezet naar bilirubine (gele kleurstof), wordt uitgescheiden via de gal en klein deel via de urine
Bilirubine wordt door darmbacteriën omgezet en veroorzaakt de bruine kleur van ontlasting (H10).


Slide 13 - Tekstslide

Galproductie (6)
Levercellen leveren plm 0,5 l gal per dag.
Gal wordt opgeslagen in de galblaas en/ of afgescheiden in de 12-vingerige darm.




Slide 14 - Tekstslide

Galproductie (6)
Gal bevat bilirubine, cholesterol en galzure zouten (emulgator voor vet).
Verhoogt osmotische waarde van de ontlasting waardoor transport door de dikke darm makkelijker wordt.



Slide 15 - Tekstslide

Galproductie (6)
Galzure zouten worden voor 
90% geresorbeerd in de darm
en komen weer via de 
poortader in de lever terecht.




Slide 16 - Tekstslide

Bij een bepaalde ziekte komen gelijktijdig de volgende verschijnselen voor:
1) de urine is donkergeel tot bruin gekleurd
2) het oogwit is geel gekleurd
3) de ontlasting is bleek van kleur

Waardoor zullen deze verschijnselen waarschijnlijk veroorzaakt zijn?
A
doordat de galwegen verstopt zijn
B
doordat de urineleiders verstopt zijn
C
doordat de nieren rode bloedcellen doorlaten
D
doordat de lever te veel ureum afgeeft

Slide 17 - Quizvraag

Afbraak gifstoffen (7)
Levercellen breken lichaamsvreemde stoffen af (alcohol, nicotine, medicijnen etc.) -> detoxificatie




Slide 18 - Tekstslide

Afbraak gifstoffen (7)
Alcohol wordt omgezet in ethanal (met behulp van enzym alcoholdehydrogenase) en daarna in azijnzuur (acetaat, mbv aldehydedehydrogenase) of glucose of vet -> leververvetting.

(dehydrogenase: verwijdert een H atoom) 

Cirrose: verbindweefseling agv overmatig alcoholgebruik.



Slide 19 - Tekstslide

Opslag (8)
In de lever worden de volgende stoffen opgeslagen:

Glycogeen
IJzer (in de vorm van ferritine)
Sommige vitamines en mineralen



Slide 20 - Tekstslide

Overige functies (9 en 10)
Je lever bevat 0,5 tot 1,5 liter bloed -> extra bloeddepot

Bij alle chemische omzettingen ontstaat veel warmte.
De lever is ongeveer 40°C -> warmtebron voor je lichaam



Slide 21 - Tekstslide

Enkele stoffen in het lichaam van de mens:
essentiële aminozuren, glucagon, glucose en ureum. Welke van deze stoffen worden in de lever gevormd?
A
essentiële aminozuren en glucagon
B
essentiële aminozuren en ureum
C
glucagon en glucose
D
glucose en ureum

Slide 22 - Quizvraag

Doel 11.2
Je hebt geleerd wat de belangrijkste functies van de lever zijn

BINAS 82C Spijsverteringsorganen
BINAS 82D Leverlobje
BINAS 82F Samenstelling spijsverteringssappen (gal)

Slide 23 - Tekstslide

Begrippen 11.2
ferritine, galkleurstof, detoxificatie, alcoholdehydrogenase, aldehydehydrogenase, galzouten

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode.
Kies leerweg B.
11.2: alle vragen

Slide 25 - Tekstslide