2023_2024_3HV_Stunde37h

Verlauf der Stunde
-Startfrage
-Etwas schreiben über Tiere: verbessern Aufgabe.
- Klassikal einige besprechen.
- selbständig verarbeiten Auftrag 5 auf Seite 97.
fertig? Fang mal an mit Auftrag 6 auf Seite 98

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verlauf der Stunde
-Startfrage
-Etwas schreiben über Tiere: verbessern Aufgabe.
- Klassikal einige besprechen.
- selbständig verarbeiten Auftrag 5 auf Seite 97.
fertig? Fang mal an mit Auftrag 6 auf Seite 98

Slide 1 - Tekstslide

Schön, dass du da bist!

Slide 2 - Tekstslide

Schön. dass du das bist!
Alles in Ordnung ?
kein Kaugummi, keine Jacke ?
Bücher, Heft, Kuli dabei?
Und ein bisschen gute Laune ?

Slide 3 - Tekstslide

Eine Frage am Anfang
Das neue Buch gefällt mir.

Slide 4 - Tekstslide

unsere Lernziele
Ik iets vertellen: werkwoorden met vaste naamvallen

Ich kann etwas schreiben über Tiere: eine tierische Geschichte
Ich kann etwas erzählen über Tiere.

Slide 5 - Tekstslide

eure Tiercomics
+ in Kleingruppen verbessern:
- optie 1: zelf proberen te verbeteren met hulp van mijn aanwijzingen.

- optie 2: mij om hulp vragen bij het verbeteren van je werk.
ungefähr 5 Minuten.
laat me zien wat je gaat doen!

Slide 6 - Tekstslide

Mein (Traum)tier
+ Das bin ich Auftrag.
+ Worauf wird geachtet??
+ Bereite deine Sprechaufgabe vor (du hast ungefähr 5-7 Minuten Zeit).
+ Austausch in Kleingruppen: Feedback aus der Gruppe.
Seite 102: 4, 6 und 7 können dir helfen

Slide 7 - Tekstslide

Eine Bitte an euch
Enquête via de mail

Slide 8 - Tekstslide

Hausaufgaben
Immer dabei:
Buch-Handbuch-Heft

Donnerstag: lernen 
Kapitel 3: Lektionen 1 & 2,
DE-NI & NI-DE



Slide 9 - Tekstslide

1-3-4 Fall: 3 factoren 


De vorm van woorden die bij der-groep of de ein-groep behoren verandert afhankelijk van 3 factoren

Welke zijn dat?

Slide 10 - Tekstslide

1-3-4 Fall: Factor 1
De uitgang verandert afhankelijk van het voorzetsel dat ervoor staat:

Der Mann geht mit dem Hund nach Hause.
Der Mann geht mit der Katze nach Hause.

Slide 11 - Tekstslide

1-3-4 Fall: Factor 2
De uitgang verandert afhankelijk van het werkwoord dat ervoor staat: 
Ich glaube dem Lehrer (=hem/haar-proef)
Ich frage mal den Lehrer.


3e naamval
danken, gefallen, gehören, gelingen, glauben, gratulieren, helfen, passen, schmecken).
4e naamval
fragen, bitten, es gibt, kosten, interessieren.

Slide 12 - Tekstslide

1-3-4 Fall: Factor 3
De uitgang verandert afhankelijk van de functie van het zelfstandig naamwoord in de zin:

Der Mann sucht den Hund.
Die Frau sucht den Hund.

Slide 13 - Tekstslide