hv1a Unité 2 - les 37- 241122

Salut hv1a!
Le 24 novembre, 2022
BIENVENUE!

-  svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
- je begint aan de startopdracht, overleggen mag op fluistertoon

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Salut hv1a!
Le 24 novembre, 2022
BIENVENUE!

-  svp boek, schrift en pen op tafel
- svp telefoon in de telefoontas
- je begint aan de startopdracht, overleggen mag op fluistertoon

Slide 1 - Tekstslide

Regels in de klas
- Bij binnenkomst doe je je telefoon in de telefoontas en leg je je boek, schrift en pen op tafel.
- Telefoon op "stil" in de telefoontas en geen oordopjes in de klas. 
- Huiswerk is gemaakt 
- "Attention" betekent "let op!", als ik dat zeg ga ik iets uitleggen en dan zijn jullie stil. 
- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je
   iets zeggen dan steek je je vinger op. 
- Rood stoplicht betekent mond dicht en je steekt je vinger op als je iets 
   wilt zeggen. Pas als ik je het woord geef praat je en de rest is stil. 
- Oranje stoplicht betekent fluisterend overleggen mag. 
- Groen stoplicht is 'praat' blokje dan mag je praten maar niet te hard 

Slide 2 - Tekstslide

Le but (het doel van deze les)
Na deze les:
- Kan ik mezelf voorstellen en daarbij een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans. 

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht 
Schrijf in je schrift. 5 minuten - we komen er straks op terug. 
Lees de volgende tekst en beantwoord de vragen. 
Tu habites où? J'habite à l'ouest de Cannes avec mon père et ma mère. 
Tu as des amis au collège? 
Oui, mes amis s'appellent Tom et Luca.

1. Wat zouden 'mon père, ma mère en mes amis' betekenen denk je?
2. Mon, ma en mes betekenen dus alle drie ..........



Slide 4 - Tekstslide

Le program
  1. Startopdracht - wat betekenen mon, ma en mes?
  2. Het huiswerk noteren voor volgende keer. 
  3. Wat weet je nog van de vorige les? 
  4. Feedback ontvangen vlogs en les devoirs. 
  5. Het bezittelijk voornaamwoord
  6. Je me présente. 
  7. On travaille
  8. On joue!
  9. Au revoir!

Slide 5 - Tekstslide

Les devoirs pour le 25 novembre 
- Faire: exercice 16B + 16C (page 58-60) 
- Apprendre: apprendre 5 - het bezittelijk voornaamwoord
   

Slide 6 - Tekstslide

Les devoirs 
- Feedback vlogs.
- De startopdracht. 

   

Slide 7 - Tekstslide

Qui voit la faute?
Boeken dicht! Het rad
1. l'enfent 
2. sammedi
3. la fète 
4. l'aniversaire 
5. le trian
6. le copaine
7. le mesage 


Slide 8 - Tekstslide

Startopdracht 
Schrijf in je schrift. 5 minuten 
Lees de volgende tekst en beantwoord de vragen. 
Tu habites où? J'habite à l'ouest de Cannes avec mon père et ma mère. 
Tu as des amis au collège? 
Oui, mes amis s'appellent Tom et Luca.

1. Wat zouden 'mon père, ma mère en mes amis' betekenen denk je?
2. Mon, ma en mes betekenen dus alle drie ..........



Slide 9 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord - ontdek in duo's - 5 min.  
- Wat geeft het aan?
- Wat valt je op?
- Ontdek de regel
         
mijn                                  mon père          ma mère              mes parents  jouw                                 ton père            ta mère                tes parents    zijn                                   son père           sa mère               ses parents    haar                                 son père           sa mère               ses parents
                                                          
                                         son père             sa mère               ses parents

Slide 10 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord dat erachter komt. In het Frans zie je niet aan de woorden son, sa en ses of het zijn of haar betekent. Daarom moet je naar de rest van de zin kijken!
Voilà Joop avec son frère.                         Daar is Joop met zijn broer. 
Voilà Sandra avec son frère                      Daar is Sandra met haar broer.
 
Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord + klinker of stomme h = mon, ton, son (mnl. bezittelijk voornaamwoord)  > mon adresse, ton école, son histoire.... Waarom?


Slide 11 - Tekstslide

À toi! 
Ouvre le livre à la page 70.
1. Zijn vader =      ...................... père. 
2. Haar nicht =     ........................ cousine. 
3. Jouw kinderen =  ..........................  enfants.
4. Jouw school =  ........................... école.
5. Mijn hotel = ........................... hôtel. 
6. Zijn katten =  ............................  chats. 
 

Slide 12 - Tekstslide

Parler 
Jezelf voorstellen en een bezittelijk voornaamwoord gebruiken. Hoe zou je dat kunnen doen? 



Slide 13 - Tekstslide

Parler 
- Comment tu t'appelles?
- Tu as quel âge?
- Tu habites où?
- Tu as des frères et des soeurs?
- Tu as des copains ou des copines?

   

Slide 14 - Tekstslide

On travaille 
- Faire: exercice 16B + 16C (page 58-60)
- Apprendre: apprendre 5 - het bezittelijk voornaamwoord

Wie extra uitleg wil komt naar mijn bureau en wie 
aan de slag kan mag direct aan het werk. 

Slide 15 - Tekstslide

Au revoir! 
- Wat heb je vandaag geleerd?

À demain!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

On joue!
- We maken twee groepen
- We tellen tot 20 in het Frans. Om de beurt een getal
  noemen. Is er een getal fout > opnieuw beginnen.
- Welke groep het eerst bij 20 is heeft gewonnen! 

   

Slide 18 - Tekstslide