herhaling H 3 Je gezondheid

herhaling H 3 Je gezondheid
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

herhaling H 3 Je gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling: zijn de soorten gezondheid met elkaar verbonden
timer
0:10
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Welke is een voorbeeld van een leefstijlziekte
timer
0:30
A
Corona door te dicht bij iemand te staan
B
Griep doordat je lucht inademt met een virus
C
Gaatjes door teveel snoep eten

Slide 3 - Quizvraag

 Vormen van zorg die je kunt toepassen
Zelfzorg: betekent, je zorgt voor jezelf. Bijvoorbeeld: je neemt een pijnstiller voor je hoofdpijn en gaat naar bed. Jezelf wassen, aankleden en eten hoort ook bij zelfzorg.

Een eenvoudig middeltje dat je zelf kunt klaarmaken, bv. thee met honing


Slide 4 - Tekstslide

Zelfzorg - mantelzorg - professionele zorg

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

zelfzorg
mantelzorg
professionele zorg

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is belangrijk bij wondverzorging?
A
Verband nooit verwisselen
B
Juiste verbandkeuze
C
Schoonhouden van de wond
D
Wond laten blootstaan

Slide 14 - Quizvraag

Wondverzorging
Om de kans op infecties en littekens te verkleinen, is het belangrijk om een wond te verzorgen. 
Bij een grote wond  moet je naar de huisarts. Kleine wondjes, zoals een sneetje of een schaafwond behandel je zelf. 
- Maak de wond schoon door te spoelen met water. 
- Dep de wond droog met schoon papier. 
- Ontsmet de wond (dit kan met jodium of alcohol)
- Bescherm daarna de wond met een verband of pleister.

Slide 15 - Tekstslide

Uit welke vier stappen bestaat wondverzorging?

Slide 16 - Open vraag

Welke soort zorg is dit: Neusspray kopen
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Profesionele zorg

Slide 17 - Quizvraag

Wie geeft betaalde zorg?
A
De persoon zelf
B
Mantelzorger
C
Professionele zorg

Slide 18 - Quizvraag

Waar is een KNO arts in gespecialiseerd?
A
Keel Neus Oren
B
Kaak Neus en Oren
C
Knopen in spieren
D
Kaakchirurg

Slide 19 - Quizvraag

Wie verwijst door?
A
Huisarts
B
Spoedeisende hulp arts
C
Chirurg

Slide 20 - Quizvraag

geestelijk of lichamelijk: Burn-out
A
Geestelijk
B
Lichamelijk

Slide 21 - Quizvraag

Hoofdpijn door de hele dag naar een computer scherm te hebben gekeken
A
Geestelijk
B
Lichamelijk6

Slide 22 - Quizvraag

Immuniteit kan verkregen worden door?
A
Vaccinatie
B
Juiste voeding
C
Overmatige hygiëne
D
Natuurlijke infectie

Slide 23 - Quizvraag

Gebitsverzorging
Tandbeen -> deel van de tand dat uit bot bestaat.
Glazuur -> harde laag boven het tandbeen.
Tandvlees -> laag vlees dat de kaak bedekt.
Tandplak -> aanslag op je tand.

Slide 24 - Tekstslide

Tanden

Slide 25 - Tekstslide

Tandplak
Etensresten, speeksel en bacteriën

Slide 26 - Tekstslide

Tanden poetsen
Verwijderen van tandplak.
Elke dag 2x en 2 minuten lang.
Fluoride -> beschermt je tanden door het glazuur sterker te maken.
Poets ook de overgang van je tand naar je tandvlees om tandplak weg te halen.
door teveel water gaat de fluoride weg.

Slide 27 - Tekstslide

Bij welk soort zorg hoort de tandarts?
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 28 - Quizvraag

Tandarts
  • 2x per jaar
  • Gaatjes vullen, tanden en kiezen trekken

Tandartsassistent 
  • materialen reinigen, klaar zetten en aangeven behandeling


Slide 29 - Tekstslide

Hoe vaak per jaar moet je naar de tandarts?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Tandplak is .....
A
Eten en speeksel
B
Speeksel dat te lang blijft zitten
C
Etensresten, speeksel en bacteriën
D
Virussen, etensresten en speeksel

Slide 31 - Quizvraag

Mondhygiënist
Deze voert gebitsreinigende behandelingen uit.
Bijv. verwijderen van tandsteen (tandplak die versteend is).
Tandsteen kun je niet zelf verwijderen.
Tandsteen tast het glazuur aan.
Glazuur dat beschadigd is, kan niet meer herstellen.
Fluoride geeft bescherming.
Mondhygiënist maakt ook röntgenfoto's en geeft voorlichting. 

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Zorg ervoor dat je de vragen van H 3 beantwoord hebt 
3.1 vr 1-3
3.2 vr 2-5
3.3 vr 3
3.4 vr 1,2,5
3.5 vr1,3,4,5

Slide 33 - Tekstslide