12-02-2021 du8

Freitag, den 12. Februar 2021
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Freitag, den 12. Februar 2021

Slide 1 - Tekstslide

Heute 
- Ein ganzes Leben + Antworten Effi Briest 
- Check: Aufgabe 5 + 12 
- GR2: Konjunktiv II
- B3: Sprechen
- Hausaufgaben für Montag



Slide 2 - Tekstslide

Ein ganzes Leben + Effi Briest
Vragen over Ein ganzes Leben en/of Effi Briest? Stel ze! 

Slide 3 - Tekstslide

Ausblick
Aufgabe 5 + Aufgabe 12
(S. 82 & 88-90)

Slide 4 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II --> hypothetische Bedingungen 
(niet-werkelijkheid, 
als ik rijk zou worden/zijn, dan zou ik een huis kopen.) 


1. Mét wenn - vorm van würden (Verb am Ende) - (dann) 

Wenn ich dir helfen würde, (dann) würde es dir besser gehen, oder?

Wenn wir unser Haus umbauen würden, (dann) würde sein Wert steigen. 

Slide 5 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II --> hypothetische Bedingungen

(niet-werkelijkheid + beleefdheid) 

2. Zónder wenn --> in plaats daarvan een vorm van würden (Verb am Anfang) - (dann) 

Würdest du ein neues Auto kaufen, (dann) würde ich gerne mitfahren. 

Würden wir nach Deutschland umziehen, (dann) würden wir sehr oft in die Alpen fahren. 

Würdest du mir einen Gefallen tun, bitte? (----> beleefdheid) 

Slide 6 - Tekstslide

Ausblick: GR2
                                                        werden im Konjunktiv II
ich
würde
du
würdest
er/sie/es
würde
wir
würden
ihr
würdet
sie/Sie
würden

Slide 7 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II --> hypothetische Bedingungen



3. Zónder wenn --> in plaats daarvan "sollte" (Verb am Anfang) - (dann) 

Sollte der Unterricht morgen ausfallen, dann würde ich euch die Antworten auf Teams schicken.

Sollte man nächste Woche ins Ausland fahren, dann sollte man dort in Quarantäne bleiben.

Slide 8 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II --> hypothetische Bedingungen

(niet-werkelijkheid, beleefdheid)

1. Mét wenn - vorm van würden (Verb am Ende) - (dann) 

2. Zónder wenn --> in plaats daarvan een vorm van würden (Verb am Anfang) - (dann) 

3. Zónder wenn --> in plaats daarvan "sollte" (Verb am Anfang) - (dann) 

Slide 9 - Tekstslide

Ausblick: GR2
werden 
sein 
haben
würde
wäre
hätte
würdest
wärst
hättest
würde
wäre
hätte
würden
wären
hätten
würdet
wärt
hättet
würden
wären
hätten

Slide 10 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II

Als wij x zouden doen.... ---> Wenn wir x tun/machen würden
Als wij x zouden zijn... ---> Wenn wir x wären
Als wij x zouden hebben... ---> Wenn wir x hätten

Konjunktiv II - Vergangenheit (verleden tijd)

Als wij x gedaan zouden hebben...... ---> Wenn wir x getan/gemacht hätten
Als wij x geweest zouden zijn...... ---> Wenn wir x gewesen wären
Als wij x gehad zouden hebben...... ---> Wenn wir x gehabt hätten

Slide 11 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II - Vergangenheit

Als wij x gedaan zouden hebben...... ---> Wenn wir x getan/gemacht hätten
Als wij x geweest zouden zijn...... ---> Wenn wir x gewesen wären
Als wij x gehad zouden hebben...... ---> Wenn wir x gehabt hätten

Konjunktiv II - Vergangenheit mét Modalverb

Dat had jij moeten doen...... ---> Das hättest du tun sollen.
Wij hadden dat kunnen regelen...... ---> Wir hätten das regeln können

Slide 12 - Tekstslide

Ausblick: GR2
Konjunktiv II - Vergangenheit

Als wij x gedaan zouden hebben...... --->
Als wij x geweest zouden zijn...... --->
Als wij x gehad zouden hebben...... ---> 

Konjunktiv II - Vergangenheit mét Modalverb

Dat had jij moeten doen...... ---> Das hättest du tun sollen.
Wij hadden dat kunnen regelen...... ---> Wir hätten das regeln können. 


Let op: Verschil met het Nederlands!!!
Dat had jij moeten doen --> Das hättest du tun sollen
= Modalverb altijd aan het einde!

Slide 13 - Tekstslide

Dus:
K2 Vergangenheit = 
haben/sein in K2 + volt. dw.
"Das wäre besser gewesen", "das hätte ich gern gemacht."

K2 Vergangenheit met Modalverb = 
haben/sein in K2 + infinitief ww + infinitief Modalverb 
"Du hättest gehen sollen", "wir hätten das machen können."

Slide 14 - Tekstslide

Aufgaben zum Konjunktiv II
AB Aufgabe 6: (S. 83)
Vorm de zinnen om met een Konjunktiv II

AB Aufgabe 7: (S. 84)
Vorm de zinnen uit Aufgabe 6 om met een Konjunktiv II Vergangenheit.

Gebruik hiervoor het Word-bestand in Teams (opdrachten).

Slide 15 - Tekstslide

B3: Sprechen
KB S. 65: Greenpeace - die andere Umweltmacht

Wähle eins der vier Fotos und beschreibe, was du siehst. Denke an: 
was? 
wer? 
wo? 
wie? 
(wann?)

Slide 16 - Tekstslide

Hausaufgaben für Montag
- Machen: 
Ausblick AB Aufgabe 6 + 7 (vul het Word-bestand bij de Teams-opdracht in). 

- Lernen: 
Quizlet --> Lektion 5 Woche 1 (Test minimaal 80%)

- Vorbereiten: 
Wähle eins der Fotos im KB auf S. 65. Beschreibe was du siehst (W-Fragen).

Slide 17 - Tekstslide