historisch overzicht van de 20e eeuw

de Eerste Wereldoorlog vond plaats tussen:
1 / 32
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

de Eerste Wereldoorlog vond plaats tussen:

Slide 1 - Open vraag

wereldoorlog II vond plaats tussen:

Slide 2 - Open vraag

de Koude Oorlog duurde van:

Slide 3 - Open vraag

De Russische Revolutie(s) vonden plaats in:
A
1914
B
1915
C
1916
D
1917

Slide 4 - Quizvraag

de Vrede van Versailles
A
werd in 1918 gesloten
B
werd opgesteld door o.a. Engeland, Frankrijk en Duitsland
C
kwam hard aan in Duitsland
D
betekende het einde van de gevechten in WO I

Slide 5 - Quizvraag

de Vrede van Versailles hat tot gevolg dat:
A
Duitsland Elzas-Lotharingen kreeg
B
Duitsland herstelbetalingen opgelegd kreeg
C
Dld haar leger moest inkrimpen
D
Dld haar kolonien moest afstaan

Slide 6 - Quizvraag

de Dolkstootlegende:
A
was populair in het Franse leger
B
legde de schuld voor het verliezen van de oorlog bij de VS
C
was een verdraaiing van de geschiedenis
D
werd door Hitler afgewezen

Slide 7 - Quizvraag

Tot de Centralen behoorden niet:
A
Italie
B
Duitsland
C
Turkije
D
Oostenrijk/Hongarije

Slide 8 - Quizvraag

in 1918 behoorden tot de Geallieerden:
A
Rusland
B
Amerika
C
Frankrijk
D
Nederland

Slide 9 - Quizvraag

de Republiek van Weimar duurde van:
A
1919 - 1929
B
1919 - 1939
C
1919 - 1945
D
1919 - 1933

Slide 10 - Quizvraag

de Beurskrach op Wallstreet
A
was in 1929
B
was ongunstig voor Hitler
C
vergrootte de ontevredenheid in Duitsland
D
had geen gevolgen voor Europa

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van het nationaal-socialisme:
A
propaganda
B
terreur
C
parlementaire democratie
D
censuur

Slide 12 - Quizvraag

De leider van de NSB was
A
Colijn
B
Mussert
C
Kuyper
D
Frans Ferdinand

Slide 13 - Quizvraag

Welke 3 landen behoorden tot de
As-mogendheden?

Slide 14 - Open vraag

het non-agressiepact werd gesloten tussen:
A
Dld - Japan
B
Japan - USSR
C
USSR - Dld
D
Dld - Engeland

Slide 15 - Quizvraag

De Slag om Stalingrad was in de winter van:
A
39/40
B
42/43
C
41/42
D
43/44

Slide 16 - Quizvraag

Wat WO II onderscheidt van WO I is:
A
het inzetten van de atoombommen
B
de verwoesting van steden
C
het feit dat er in WO I geen burgerslachtoffers waren
D
de moord op de joden

Slide 17 - Quizvraag

Met 'de Grote Drie' wordt het bondgenootschap bedoeld tussen:
A
Nederland-Belgie-Luxemburg
B
GB-Spanje-Frankrijk
C
VS-USSR-GB
D
Japan-Dld-Italie

Slide 18 - Quizvraag

Operatie Market Garden was:
A
de slag om Arnhem
B
de aanval op Rusland
C
het Ardennenoffensief
D
de aanval op Pearl Harbor

Slide 19 - Quizvraag

Soekarno was:
A
de leider van de nationalisten in Indonesie
B
een collaborateur
C
een vrijheidsstrijder
D
een Japanse generaal

Slide 20 - Quizvraag

WO II eindigde in:
A
september 1939
B
de winter van 42/43
C
mei 1945
D
augustus 1945

Slide 21 - Quizvraag

De 'politionele acties':
A
waren een militaire ramp
B
leidden tot de val van Soekarno
C
werden in 1947 en 1948 gehouden
D
leidden tot ingrijpen van de VS

Slide 22 - Quizvraag

invloedssferen zijn
A
gebieden waar Amerika veel invloed heeft
B
gebieden waar de USSR veel invloed heeft

Slide 23 - Quizvraag

Welk begrip hoort er niet bij:
A
containment
B
Marshallplan
C
Glasnost
D
Navo

Slide 24 - Quizvraag

Met de Koude Oorlog wordt bedoeld:
A
de periode voor WO I waarin veel spanningen waren
B
de jaren voor WO II waarin nog geen oorlog was maar wel veel spanningen
C
de periode na WO II waarin wel spanningen waren maar er niet gevochten werd
D
De periode na WO II met spanningen tussen communistische en kapitalistische landen

Slide 25 - Quizvraag

Direct na WO II
A
werd Duitsland verdeeld in bezettingszones
B
werd Dld verdeeld in Oost- en West Duitsland
C
werd het Warschaupact opgericht
D
werd de Muur gebouwd

Slide 26 - Quizvraag

In 1949:
A
werd de Navo opgericht
B
vond de Blokkade van Berlijn plaats
C
werd de 'Luchtbrug' georganiseerd
D
werd de DDR opgericht

Slide 27 - Quizvraag

De Hongaarse Opstand vond plaats in
A
1953
B
1945
C
1989
D
1956

Slide 28 - Quizvraag

De Praagse lente:
A
Was gericht tegen de VS
B
Was een steunbetuiging voortegen Gorbatsjov
C
was de naam van een groot hippiefestival
D
werd neergeslagen door de USSR

Slide 29 - Quizvraag

De Cuba-crisis:
A
gaat om het stationeren van Amerikaanse raketinstallaties
B
leidde bijna tot een wereldoorlog
C
was in 1960
D
was een nederlaag voor Kennedy

Slide 30 - Quizvraag

Wat hoort er niet bij:
A
Veiligheidsraad
B
Gorbatsjov
C
Perestrojka
D
Glasnost

Slide 31 - Quizvraag

Met verzuiling leidde tot:
A
de indeling van de jeugd in meisjes- en jongensgroepen
B
de opdeling van de bevolking in gelovigen en niet-gelovigen
C
veel onenigheid in het Nederland van na WO II
D
een samenleving waarin het leven zich vooral binnen een groep afspeelde

Slide 32 - Quizvraag