2a2 chap 1 - passé composé + présent

Focusleren
Français en classe
Lesson Up (herhaling)
Au travail
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Focusleren
Français en classe
Lesson Up (herhaling)
Au travail

Slide 1 - Tekstslide

Focusleren
chap1 vocabulaire A
           phrases C

herhalen
être / avoir présent

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

L'agenda
Donderdag 13 oktober
Kennen/kunnen – SO hoofdstuk 1 deel 1 - 2ha
•    Je kan de onregelmatige werkwoorden être en avoir vervoegen in de présent (tegenwoordige tijd).
•    Je kan de onregelmatige werkwoorden être, avoir en faire vervoegen in de passé composé (verleden tijd)

  • Lijst werkwoorden -er > présent + passé composé
  • vocabulaire A, B
  • phrases C

Slide 3 - Tekstslide

Français en classe
  • Tu es en quelle classe?
  • Tu aimes la viande / les légumes / le fromage ?
  • Tu joues souvent à la console ?
  • Tu as quelles matières le lundi?
  • Quelle est ta matière préférée ?
  • Qui est ton prof de biologie / maths ?
  • C'est quand ton anniversaire?
  • Tu as passé de bonnes vacances?
  • Tu as été où ?
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Réponds en français (beantwoord):

- Tu as passé de bonnes vacances ?
- Tu as été où ?

Slide 5 - Open vraag

J'ai parlé français avec Madame Buis.
A
passé composé
B
présent

Slide 6 - Quizvraag

Vous êtes sérieux !
A
passé composé
B
présent

Slide 7 - Quizvraag

J'ai un frère et une soeur.
Ma soeur s'appelle Inge.
A
passé composé
B
présent

Slide 8 - Quizvraag

On a passé de bonnes vacances en Italie.
A
passé composé
B
présent

Slide 9 - Quizvraag

Traduis (vertaal):
J'arrive à la maison.

Slide 10 - Open vraag

Ik ben thuisgekomen.

Slide 11 - Tekstslide

Traduis (vertaal):
Nous sommes en vacances.

Slide 12 - Open vraag

Wij zijn op vakantie.

Slide 13 - Tekstslide

Traduis (vertaal):
préparer, commencer, porter

Slide 14 - Open vraag

voorbereiden, beginnen, dragen

Slide 15 - Tekstslide

Fais une phrase (présent):
- Ma soeur -visiter -en Angleterre

Slide 16 - Open vraag

Au travail
Faire (maken)
ex. 6a, b
ex. 7a

Klaar? = Quizlet

Slide 17 - Tekstslide