In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
§4.4 'De Duitse bezetting van Nederland'
Slide 1 - Tekstslide
Mobilisatie NL
De Nederlandse regering hoopt dat, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog, Nederland neutraal zou blijven.
Uiteindelijk wordt pas laat besloten om tóch te mobiliseren.
Mobiliseren = het gevechtsgereed maken van een leger.
november 1939
Slide 2 - Tekstslide
Aanval Duitsland
Op vrijdagmorgen, om 3.55, valt het Duitse leger het slecht bewapende Nederland aan.
Op sommige plekken, zoals bij de Afsluitdijk en de Grebbelinie, wordt nog behoorlijk tegenstand geboden, maar tegen de overmacht is niets opgewassen.
10 mei 1940
Slide 3 - Tekstslide
Rotterdam
Hoewel de stad zich al heeft overgegeven, bombarderen de Duitsers Rotterdam tóch.
Het bombardement duurt maar een kwartier, maar de binnenstad is verwoest, en zal pas na de oorlog weer worden opgebouwd.
14 mei 1940
Slide 4 - Tekstslide
Waarom besloten de Duisters om Rotterdam te bombarderen?
Slide 5 - Open vraag
Rotterdam werd zwaar verwoest. Noem nog twee anderen gevolgen van het bombardement?
Slide 6 - Open vraag
Nederland capituleert
Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven.
In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 mensen om het leven.
Capituleren = overgeven
15 mei 1940
Slide 7 - Tekstslide
Bezetting
Nederland wordt een deel van Duitsland: Reichskommissariat Niederlande
De Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart wordt Reichskommisar. Hij heeft in Nederland de bijnaam: 'Zes-en-een-kwart'.
Koningin Wilhelmina en de ministers waren naar Londen gevlucht. Zij vormden daar een regering in ballingschap.
29 mei 1940
Slide 8 - Tekstslide
In het begin
De Nederlanders zijn volgens de rassenleer een Germaans broedervolk.
De Duitsers gedragen zich meestal keurig en de meeste Nederlanders pakken hun normale leven op.
--> Fluwelen aanpak
mei 1940 - feb 1941
Slide 9 - Tekstslide
In het begin
Alle media en organisaties werden volledig door de nazi's beheerst en gelijkgeschakeld (pro-nazi gemaakt).
De rechtstaat werd afgeschaft.
Mensen konden zonder geldige reden worden opgepakt.
Andere politieke partijen dan de NSB werden verboden.
Nederlanders ouder dan 15 moesten een persoonsbewijs hebben.
mei 1940 - feb 1941
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de gelijkschakeling?
A
Alle maatregelen om van Duitsland een totalitaire staat te maken.
B
Het inkomen en de macht moest gelijk verdeeld worden
C
Scholen en kranten mochten alleen maar ideeën verspreiden die de nazi's goedkeurden
D
Mensen die tegen de nazi's zijn worden in concentratiekampen opgesloten.
Slide 11 - Quizvraag
Censuur
De media in Nederland werd onder censuur gezet. Ook mocht er niet meer naar buitenlandse radiozenders worden geluisterd.
Alle post- en sierduiven in Nederland moeten worden gedood. Pootjes mét ring moeten worden ingeleverd.
Censuur = het van te voren controleren van berichten in de kranten of op de radio.
vanaf mei 1940
Slide 12 - Tekstslide
Discriminatie
Vanaf 1940 moesten alle Nederlandse Joden zich laten registeren.
Steeds vaker werden Joden in Amsterdam lastig gevallen door NSB-ers. De Amderstammers (joods en niet-joods) vochten terug.
Er waren in die tijd veel knokpartijen. Bij een van deze gevechten kwam een NSB-er om het leven.
vanaf mei 1940
De J in het persoonsbewijs staat voor 'Joods'.
Slide 13 - Tekstslide
Razzia
Als straf werd er een razzia georganiseerd. Een razzia is een door de overheid (politie, leger) georganiseerde opsporing en jacht op een groep mensen.
Op 22 en 23 februari 1941 drijven de Duitsers in de jodenbuurt 425 joodse mannen bijeen. Op de afbeelding zie je een aantal van deze mannen. Ze worden naar een concentratiekamp gebracht en sterfen daar allemaal.
22 en 23 feb 1941
Slide 14 - Tekstslide
Februaristaking
De Amsterdamers zijn geschokt en willen laten zien dat ze het niet eens zijn met de jodenvervolging. Er wordt opgeroepen om te staken.
Op 25 februari leggen in Amsterdam én steden in de buurt veel arbeiders het werk neer.
De Duitsers grijpen hard in. Ze schieten op stakers. Negen stakers overlijden op straat. Drie worden later geëxecuteerd.
25 feb 1941
Slide 15 - Tekstslide
Februaristaking
De februaristaking is heel bijzonder omdat dit het enige groote protest tegen de jodenvervolging in Europa is geweest.
De foto hiernaast is de enige foto die er is van de februaristaking.
25 feb 1941
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Slide 16 - Tekstslide
Wat was de aanleiding voor de februaristaking?
Slide 17 - Open vraag
Wat was de functie van kamp Westerbork?
Slide 18 - Open vraag
0
Slide 19 - Video
Anti-joodse maatregelen
Ondanks de februaristaking werden er toch steeds meer wetten ingevoerd die de joden discrimineerden.
Deze wetten worden vaak ook anti-joodse maatregelen genoemd.
Slide 20 - Tekstslide
Vanaf april 1941 verschijnen de bordjes "Voor Joden verboden"
in de Nederlandse steden. Joden mochten niet naar parken, speeltuinen of het zwembad.
Slide 21 - Tekstslide
Vanaf mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.
In dat jaar gaan ook de eerste Joden via Westerbork naar Auschwitz...
Vanaf mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.
In dat jaar gaan ook de eerste Joden via Westerbork naar Auschwitz...
Slide 22 - Tekstslide
Onderduiken
Een onderduiker is iemand die zich voor langere tijd verstopt voor de Duitsers.
Wie 'duiken onder'?
Joden
Verzetslieden
Arbeiders die waren opgeroepen om in Duitsland te gaan werken, gedwongen tewerkstelling.
Op het hoogtepunt zijn er alleen al in Nederland ruim 350.000 mensen ondergedoken.
Slide 23 - Tekstslide
3 Houdingen
3 houdingen die de Nederlanders aannamen t.o.v de Duitsers: