De 18e eeuw (hoofdstuk 4 -klas 2)

Wat weet je al van de Verlichting?
1 / 37
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je al van de Verlichting?

Slide 1 - Woordweb

De Verlichting:
De gedachte dat mensen met het verstand (de ratio) alles konden begrijpen en verklaren

Slide 2 - Tekstslide

"Durf te weten!" Deze filosoof vond het belangrijk dat iedereen zijn eigen verstand gebruikte en niet zomaar te geloven wat de kerk of andere autoriteiten zeiden.
God heeft de wereld geschapen, maar zich er daarna niet meer mee bemoeid.
Koningen krijgen hun macht van het volk.  De koning regeert samen met zijn ministers. Als de regering zijn macht misbruikt, dan mag het volk die macht afnemen en een nieuwe regering aanwijzen.
De macht van de staat bestaat uit een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Dit noem je de driemachtenleer.
Een koning is overbodig. Je hebt genoeg aan een volksvertegenwoordiging.
Onwetendheid en en domheid moet worden bestreden. Daarom werd de kennis geordend en bekend gemaakt aan het publiek in de Encyclopédie.
Immanuel Kant (1784)
Voltaire (1694 -1778)
Britse denker John Locke
Franse- Zwitserse denker Jean Jacques Rousseau
Franse denker Charles Montesquieu
De verlichte schrijver Denis Diderot.

Slide 3 - Sleepvraag

Welke gevolgen had de verlichting?

Slide 4 - Woordweb

De revolutie in Amerika

Slide 5 - Tekstslide

Waardoor namen de spanningen tussen Groot-Brittannië en haar kolonie toe na 1763?

Slide 6 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat de kolonisten bedoelden met "no taxation without representation".

Slide 7 - Open vraag

De Amerikaanse kolonisten gooiden in 1773 balen thee overboord. Waarom deden ze dat?
A
Ze vonden thee te Engels en dronken liever koffie.
B
De Britse WIC kreeg het monopolie op de verkoop van thee.
C
De kolonisten waren boos op de inheemse bevolking van Amerika.
D
De Britse koning George III verbood de verkoop van thee.

Slide 8 - Quizvraag

De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring vertoont grote overeenkomst met een document dat de Nederlanders ongeveer 200 jaar eerder opstelden. Om welk document gaat het hier?

Slide 9 - Open vraag

Thomas Jefferson verklaart in 1776 de onafhankelijkheid.
De Britse regering erkent in 1783 de onafhankelijkheid van Amerika.

Thomas Jefferson verklaart de onafhankelijkheid

Slide 10 - Tekstslide

In de grondwet van de VS werd ook de trias politica van Montesquieu opgenomen. Wie bezit in de VS welke macht? 
Sleep de juiste antwoorden naar elkaar:

Slide 11 - Tekstslide

Het Congres (de Senaat en het huis van afgevaardigen, ook wel het parlement)
De rechters in Amerika.
De regering en de president.
De uitvoerende macht.
De wetgevende macht.
De rechterlijke macht.

Slide 12 - Sleepvraag

Welke drie standen kennen we uit de standenmaatschappij?

Slide 13 - Open vraag

standenmaatschappij

Slide 14 - Tekstslide

Hoe komt het dat de schatkist van Frankrijk (in de 18e eeuw)leeg was?

Slide 15 - Woordweb

De aanleiding:

* 1788 Staten- generaal komt bij elkaar
* belastingen moeten omhoog
* burgers eisen gelijkheid en vrijheid
* onrust over manier van stemmen

Slide 16 - Tekstslide

De derde stand:
* riepen zichzelf uit tot Nationale Vergadering
* zij vertegenwoordigden het Franse volk
* er komt een grondwet (pas in 1791 klaar..)

Slide 17 - Tekstslide

De bestorming van de Bastille.

* 14 juli 1789
* wapens en kruit
* start Franse Revolutie
* edelen en geestelijken werden vermoord
* de privileges van de adel werd afgenomen

Slide 18 - Tekstslide

Constitutionele monarchie
* er kwam een parlement 
* alleen rijke burgers mochten stemmen
* oorlog met Oostenrijk
* Lodewijk wordt gevangen gezet
* algemeen mannenkiesrecht
* Lodewijk wordt beschuldigd van verraad
* Lodewijk en later ook Marie- Antoinette worden onthoofd.

Slide 19 - Tekstslide

Na de "koningsmoord" raakte Frankrijk in oorlog met heel veel landen. Wat was hiervan het gevolg?
A
De revolutie eindigde, Napoleon aan de macht
B
Er kwam weer een koning in Frankrijk.
C
Robespierre vreesde voor de revolutie, er kwam 'n schrikbewind
D
Frankrijk ingenomen door Oostenrijk, de revolutie stopte.

Slide 20 - Quizvraag

Het schrikbewind van Robespierre werd ook "De terreur" genoemd. Waarom?

Slide 21 - Woordweb

Het einde van de Revolutie
* in 1794 raakten de radicalen de macht kwijt
* er kwam een nieuwe grondwet (het volk kreeg minder invloed)
* Robespierre eindigde onder de guillotine
* in 1799 kwam de revolutie met een staatsgreep van Napoleon tot een einde.

Slide 22 - Tekstslide

Revolutie in Nederland
* burgers streefden naar grondrechten en politieke invloed
* een pamflet tegen de regenten en stadhouder Willem V riep de Nederlanders op in opstand te komen.

Slide 23 - Tekstslide

Aan wie moest het Nederlandse volk een voorbeeld nemen volgens de schrijver van het pamflet?
A
De Fransen
B
De Amerikanen
C
De Romeinen
D
De Batavieren

Slide 24 - Quizvraag

De patriotten
* politieke beweging
* Joan Derk van der Capellen
* beïnvloed door Amerikaanse revolutie en verlichting
* ondergang Nederland was schuld Willem V en "regentenkliek"

Slide 25 - Tekstslide

Willem V
* vluchtte van Den Haag naar Nijmegen
* hulp van Pruisen (Wilhelmina v. Pruisen)
* patriotten vluchten naar Frankrijk
* het Bataafse legioen wacht af...

Slide 26 - Tekstslide

Zet de volgende gebeurtenissen in chronologische volgorde:
 1. Patriotten willen de democratische idealen van de verlichting in Nederland doorvoeren.
2. Nederland wordt volledig ingelijfd bij Frankrijk.
3. Nederland wordt een eenheidsstaat.
4. Koning Lodewijk Napoleon wordt koning van Holland.
 5. Franse troepen en het Bataafse legioen trekken de Republiek binnen.

Slide 27 - Tekstslide

1.
2.
3.
4.
5.
Patriotten willen de democratische idealen van de verlichting in Nederland doorvoeren.
Nederland wordt volledig ingelijfd bij Frankrijk.
Nederland wordt een eenheidsstaat.

 Koning Lodewijk Napoleon (de broer van Napoleon) wordt koning van Holland.

Franse troepen en het Bataafse legioen trekken de Republiek binnen.

Slide 28 - Sleepvraag

Welke veranderingen voerde Napoleon allemaal door?

Slide 29 - Woordweb

De afschaffing van de slavernij.

Slide 30 - Tekstslide

Welk motief hadden de voorstanders van de slavernij?

Slide 31 - Open vraag

Welk motief hadden de tegenstanders van de slavernij?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video

In welk jaar werd in Nederland de slavernij afgeschaft?

Slide 34 - Open vraag

Op 1 juli vieren we de afschaffing van de slavernij. Hoe wordt die dag genoemd?

Slide 35 - Open vraag

Als cijfer geef ik deze LessonUp een:
0100

Slide 36 - Poll

Ik vond deze LessonUp:
Heel fijn, ik heb er veel van geleerd.
Fijn, want nu is alles duidelijk.
Wel fijn, maar ik wist al heel veel
Mwah, ik wist alles al
Gaap! Zo saai

Slide 37 - Poll