2.1 Licht en kleuren zien

H2 Licht en beeld
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2 Licht en beeld

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • START H2
  • Uitleg bij 2.1
  • Opdrachten maken bij 2.1
  • Vragen via LessonUp
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

KBL: H6 + H2 = samen tentamen
BBL: H2 = tentamen 

Ongeveer 2 lessen per paragraaf voor H2
H2 wordt nog apart getoetst voor het tentamen 

Slide 3 - Tekstslide

Als je geen kleurpotloden hebt, kleur schrijven

Slide 4 - Tekstslide

H2 Licht en beeld
2.1 Licht en kleuren zien
2.2 Licht en schaduw
2.3 Spiegelbeelden
2.4 Lenen
2.5 Brillen en contactlenzen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 2.1 
Licht en kleuren zien

  • Je weet hoe wit licht is samengesteld
  • Je weet hoe kleuren worden gemengd
  •  Je weet welke soort straling je niet kan zien
  • Je weet wanneer je de echte kleuren ziet
  • Je weet de functie van kleuren 

Slide 6 - Tekstslide

Lichtbron 
  • De zon is een lichtbron
  • Lichtbron = plaats waar licht ontstaat 

Slide 7 - Tekstslide

Direct licht
Indirect licht

Slide 8 - Tekstslide

Om iets te kunnen zien moet er licht in je ogen komen

Slide 9 - Tekstslide

Je weet hoe wit licht is samengesteld

Slide 10 - Tekstslide

Wit licht
  • De zon straalt wit licht uit
  • Wit licht bestaat uit alle kleuren licht.
  • Alle zichtbare kleuren licht samen noemen we het kleurenspectrum.
  • Dit is zichtbaar in een regenboog maar kan ook zichtbaar gemaakt worden met een prisma (zie volgende plaatje)

Slide 11 - Tekstslide

Regenboog
  • Regenboog spectrum
  • Heeft altijd zelfde volgorde 
  • Waterdruppels werken als prisma
  • Je ziet als je met rug naar zon staat

Slide 12 - Tekstslide

Je weet hoe je kleuren mengt

Slide 13 - Tekstslide

Licht mengen
  • RGB zijn de primaire kleuren 
  • Hiermee kun je alle kleuren maken


Slide 14 - Tekstslide

Kleuren mengen
  • Door de intensiteit van de drie kleuren ten opzichte van elkaar te veranderen ontstaan de gewenste kleuren
  • Werkt bijna net zoals bij mengen van verf
  • Verschil is: alle kleuren verf door elkaar maakt zwart en alle drie de kleuren licht maakt samen wit

Slide 15 - Tekstslide

Welke soort straling kun je niet zien?

Slide 16 - Tekstslide

Straling
Licht is een vorm van straling
Alleen straling die je met het oog kunt zien, heet licht

Slide 17 - Tekstslide

Infraroodstraling (IR)
  • Infraroodstraling = warmtestraling
  • Alle warme voorwerpen zenden IR uit 
  • Slangen zien IR wel 

Slide 18 - Tekstslide

Ultravioletstraling (UV)
Zit naast violet
Straling zorgt ervoor dat je bruin wordt 

Slide 19 - Tekstslide

Ultravioletstraling (UV)
  • Te veel is schadelijk; verbrand je huid
  • Veroudering van je huid, huidkanker
  • Zonnebrand: reflectie van UV licht/ omzetten van straling

Slide 20 - Tekstslide

Welke zonnebrand moet ik gebruiken?
SPF -> Sun protection factor
Hangt af van sterkte van de zonstraling en je huid

Slide 21 - Tekstslide

UV
  • Bijen zien UV straling
  • Bloemen hebben patronen die UV weerkaatsen, bijen zien deze patronen en vinden zo de plek van de nectar

Slide 22 - Tekstslide

Je weet wanner je de kleuren echt ziet

Slide 23 - Tekstslide

Absorberen
  • Absorberen = het opnemen van licht (NIET AANTREKKEN)

 Terugkaatsen          Absorberen

Slide 24 - Tekstslide

Kleuren zien

Slide 25 - Tekstslide

Zwart voorwerp: absorbeert alle kleuren
Wit voorwerp: reflecteert alle kleuren
Blauw voorwerp: reflecteert alleen blauw
Geel voorwerp: reflecteert alleen geel

Slide 26 - Tekstslide

Hoe kan de groene auto in de avond zwart lijken?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Kijk de opdrachten na en verbeter je fouten

Antwoordenboekje ligt altijd in het lokaal

Slide 29 - Tekstslide

Eerder klaar = verder werken
Krap in de tijd, vooruit werken is alleen maar beter

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Wat KBL: Maken 2.1 BLZ 49 opdracht 1 t/m 29 (morgen tijd voor)
Wat BBL: Maken 2.1 BLZ 58 opdracht 1 t/m 21
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Klaar: 1. opdracht 30 maken 2. Nakijken met nakijkboekje 3. Aan mij laten zien/ doorwerken 2.2

Als je geen kleurpotloden hebt, kleur schrijven
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Welke opdrachten willen jullie bespreken?

Slide 32 - Tekstslide

Naar Word

Slide 33 - Tekstslide

Waaruit bestaat wit licht?
A
Geen enkele kleur.
B
Alle kleuren van de regenboog.
C
Wit licht bestaat niet
D
Dat kan verschillend zijn

Slide 34 - Quizvraag

Licht is het zichtbare deel van het elektromagnetisch spectrum.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Welke bewering over een prisma is waar?
A
Een prisma wordt ook wel een spectrum genoemd.
B
Een prisma splitst het zonlicht in verschillende kleuren.
C
Een prisma voegt gekleurd licht samen tot wit licht.
D
Een prisma werkt op zonne-energie.

Slide 36 - Quizvraag

Met welke drie kleuren kan je alle kleuren licht maken?
A
Rood, Groen en Geel
B
Geel, Groen en Blauw
C
Rood, Geel en Blauw
D
Rood, Groen en Blauw

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn de primaire kleuren van licht?
A
Rood, blauw en geel
B
Geel, blauw en groen
C
Rood, blauw en groen
D
Rood, geel en groen

Slide 38 - Quizvraag

Een kleuren televisie werkt met rode, gele en blauwe pixels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Is het mengen van verf en licht hetzelfde?
A
Ja, er ontstaan dezelfde kleuren
B
Nee, er ontstaan andere kleuren

Slide 40 - Quizvraag

Welke kleur kan je niet zien?
A
Paars
B
Ultra paars
C
Rood
D
Infrarood

Slide 41 - Quizvraag

Je schijnt wit licht op de bananen.
Als welke kleur zien wij de
bananen?
A
Rood
B
Zwart
C
Geel
D
Wit

Slide 42 - Quizvraag

Hoe komt het dat jullie dit scherm in een blauwe kleur zien?
A
Alleen blauw wordt gereflecteerd
B
Alleen blauw wordt geabsorbeerd wordt.

Slide 43 - Quizvraag

Op een wit T-shirt kun je alle kleuren goed zien.
A
waar
B
niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Als rood de enige kleur is die wordt weerkaatst zien wij dat voorwerp
A
alles behalve rood
B
wit
C
rood
D
zwart

Slide 45 - Quizvraag

Welke kleur krijg je te zien
als er blauwe licht
op een rode voorwerp schijnt?
A
wit
B
zwart
C
blauw
D
rood

Slide 46 - Quizvraag

Einde van de les
  • Wat KBL: Maken 2.1 BLZ 49 opdracht 1 t/m 29 (morgen tijd voor)
  • Wat BBL: Maken 2.1 BLZ 58 opdracht 1 t/m 21
  • Volgende les: verder met 2.2

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 47 - Tekstslide

TV kijken
  • Alle schermen zijn opgebouwd uit pixels. 
  • Deze pixels kunnen rood, blauw of groen zijn. 
Een zwarte pixel staat uit, een witte pixel heeft alle kleuren aan.

Slide 48 - Tekstslide

Fluorescentie
  • Sommige stoffen kaatsen blauw licht terug als er UV op valt
  • Black light: zendt UV licht en klein beetje zichtbaar licht uit

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide